Inloggen

Een auto

CCVX Voorbeeldtentamen 2 | Opgave 1

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

De grootte van de versnelling is af te lezen aan de helling van een v,t-grafiek. In fig 1. is te zien dat steeds na elke schakeling de grafiek iets minder steil loopt dan daarvoor. De versnelling is dus na het schakelen kleiner dan daarvoor.

Vraag b

Dit kan op twee manieren

Manier 1:

De arbeid wordt gebruikt om de kinetische energie te laten toenemen. Tussen t = 0 en 2,0 s is de snelheid vanaf toegenomen van 0 tot 7,0 ms-1. De kinetische energie is dan

Ek = ½·m·v2

Ek = ½·850·(7,0)2

Ek = 20825 J

De geleverde arbeid is dus gelijk aan afgerond 2,1·103 J.

Manier 2:

Voor de arbeid geldt W = F·s. De kracht (F) kunnen we met de 2e wet van Newton bepalen uit de versnelling. In 2,0 s gaat de snelheid van 0 naar 7,0 ms-1. Dit betekent een versnelling van 3,5 ms-2. Voor de hierbij geleverde kracht vinden we dan

F = m·a

F = 850 · 3,5

F = 2975 N

De afgelegde weg kunnen we bepalen uit de gemiddelde snelheid. Tussen 0 en 2,0 s is de gemiddelde snelheid het gemiddelde van 0 en 7,0 ms-1 dus 3,5 m-1. Als de auto 2 seconden beweegt met gemiddeld 3,5 ms-1 legt deze 7,0 m af. Voor de verrichte arbeid vinden we dan

W = F·s

W = 2975 · 7,0

W = 20825 J

Afgerond 2,1·103 J.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Een auto"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Een auto

Op woensdag 17 apr 2024 om 14:13 is de volgende vraag gesteld
Hi,
Bij vraag e: hoe kom je dan op de gemiddelde snelheid van 13,5 m/s? Ik snap dat er 27 / 2 wordt gedaan, maar waarom?

Erik van Munster reageerde op woensdag 17 apr 2024 om 15:13
Je wil de gemiddelde snelheid weten. Dat is hier het gemiddelde van de beginsnelheid en de eindsnelheid. Het gemiddelde van twee getallen bereken je door ze op te tellen en door twee te delen, Dus hier

(27 + 0) = 13,5 m/s

Vandaar


Op maandag 22 apr 2019 om 22:39 is de volgende vraag gesteld
Vraag 1i snap ik niet. Zowel de hele vraag als het antwoord snap ik niet en kan ik me ook niet goed voorstellen. Hopelijk kunt u dit wat verduidelijken!

Erik van Munster reageerde op dinsdag 23 apr 2019 om 00:51
De radar meet hoe snel de auto wegrijdt van de radar. Als deze precies recht tegen de achterkant van de auto aankijkt is er geen probleem. Maar dat is hier nu niet zo: Zie het getekende plaatje bij de uitwerking:
De snelheid van de auto is vw in het plaatje. Je ziet dat de auto horizontaal wegrijdt maar dat de radar schuin naar boven is gericht (stippellijn). De auto rijft dus niet recht weg van de radar. Omdat de radar alleen de snelheid meet die wél recht van de radar afgericht staat moet je de snelheid van de auto ontbinden in twee componenten:

1) Component vg (gemeten)
2) Component loodrecht op vg (niet in het plaatje!)

Bij het ontbinden is het altijd zo dat de te ontbinden vector de schuine zijde is van een driehoek en de twee componenten de aanliggende of de overstaande zijde vormen. De schuine zijde is altijd de langste zijde in een driehoek dus de andere componenten, waaronder dus ook vg, zal altijd kleiner zijn dan vw.