Inloggen

Diamant

CCVX Voorbeeldtentamen 13 | Opgave 5

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

De lichtstraal in punt B gaat vanuit diamant naar lucht. Als we de normaal tekenen en de invalshoek opmeten vinden we i = 13°. Voor het berekenen van de brekingshoek gebruiken we de wet van snellius.

ni·sin i = nr·sin r

sin r = nr/ni · sin i

In Binas tabel 18 vinden we de brekingsindices van diamant en lucht. We vullen in

i = 13°
ni = 2,417 (diamant)
nr = 1,000 (lucht)

en vinden

sin r = sin(13)· 2,417 / 1,000 = 0,5437

r = sin-1(0,5437) = 32,94°

De lichtstraal gaat dus verder onder een hoek van afgerond 33° met de normaal.

Vraag b

(Zie afbeelding hieronder). Om aan de bovenkant de diamant te verlaten moeten de getekende lichtstralen reflecteren. Dit gebeurt alleen als er totale interne reflectie plaatsvindt binnen in de diamant. De grenshoek voor totale reflectie bij een overgang van diamant naar lucht is gelijk aan 24,4°C (zie Binas tabel 18). De invalshoek moet dus groter zijn dan 24,4° voor totale reflectie. Als we de invalshoeken met de normaal opmeten vinden i =11° en i = 28° voor diamanten II en III, respectievelijk (zie onder). Dit betekent dat bij de getekende lichtstralen alleen in diamant III reflectie plaatsvindt en de lichtstraal boven uit de diamant komt. Bij diamant III zal dus het meeste licht uit de bovenkant komen.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Diamant"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Diamant

Op zondag 30 jun 2024 om 18:41 is de volgende vraag gesteld
Hoi, Hoe komt u hier aan ''
Elk koolstofatoom zit in het midden van een kubusje met een volume van (0,178·10-9) = 5,6398·10-30 m3. Het aantal koolstofatomen in een kubieke meter is gelijk aan het aantal van deze kubusjes dat in 1 kubieke meter past''

Erik van Munster reageerde op zondag 30 jun 2024 om 19:21
Voorbeeld:
Als je 1 kubieke meter opdeelt in stukje die elk 0,001 kubieke meter groot zijn hoeveel stukjes passen er dan in?

Antwoord is dan 1000 want 0,001 is éénduizendste. Het sommetje wat je dan eigenlijk doet is dan

1 / 0,001 = 1000

Dus je deelt 1 door het volume van één deeltje. Dit is ook zo bij deze opgave: als je wil weten hoeveel atomen er in een kubieke meter zitten deel je 1 door het volume van één atoom.