Videolessen zijn korte lessen waarin ik je in een paar minuten uitleg wat je echt moet weten.
Alles wat je moet kennen voor je CCVX-tentamen wordt behandeld. meer info...
Kom je er zelf niet uit?
Stel je vraag online.
Meer info...
Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit?
Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.
Vraag a
In het schema is te zien dat weerstand R en het lampje met elkaar in serie staan. In een serieschakeling geldt dat de spanning zich verdeelt. In dit geval is de batterijspanning 6,0 V en zijn er geen andere componenten dan het lampje en de weerstand in de stroomkring. Dat betekent dat op elk moment geldt
Ulampje + UR = 6,0 V
en dus
UR = 6,0 - Ulampje
Als het lampje uit is is de spanning over het lampje 6,0 V en is de spanning van de weerstand dus 0 V. Als het lampje aan is, is de spanning over het lampje 3,5 V en is de spanning over de weerstand dus 6 - 3,5 = 2,5 V. Zie afbeelding hieronder.
Vraag b
De weerstand van het lampje zelf berekenen we met de wet van Ohm en vinden dan
Rlampje> = U/I = 3,5 / 0,25 = 14 Ω
Om door het lampje en de weerstand een stroom van 250 mA te laten lopen moet voor de totale weerstand in de stroomkring gelden
Rtotaal = 6,0 / 0,25 = 24Ω
De totale weerstand is in een serieschakeling altijd de optelsom van de afzonderlijke weerstanden dus moet gelden Rtotaal = Rlampje + Rweerstand en vinden we
Rweerstand = 24 - 14 = 10Ω
Sorry
: (
Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.