Inloggen

Geluid

CCVX Voorbeeldtentamen 5 | Opgave 2

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Op het scherm van de oscilloscoop lezen we bij kanaal 1 af dat 2,5 trillingen 8,1 hokjes duren. Één trillingstijd is dus 8,1/2,5 = 3,24 hokjes. De tijdbasis van de oscilloscoop staat ingesteld op 0,5 ms per hokjes. Voor de trillingstijd (T) vinden we dan

3,24 · 0,5·10-3 = 1,62·10-3 s

Voor de frequentie vinden we dan met f = 1/T

f = 1 / 1,62·10-3 = 617,28 Hz

Afgerond is dit 6,2·102 Hz.

Vraag b

Punt Q bevindt zich verder van de geluidbrond van P. Het geluid bij Q zal dus iets zachter zijn. Om toch dezelfde amplitude op het oscilloscoopscherm te krijgen moet het signaal van punt Q iets meer versterkt worden dan het signaal van punt P. De ingestelde gevoeligheid voor Q is dus iets groter en de gevoeligheid van P zal dus iets kleiner zijn dan die van Q.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Geluid"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Geluid

Op woensdag 10 jul 2024 om 15:53 is de volgende vraag gesteld
"Hierbij is het faseverschil gelijk aan n+1."
Maar, waarom precies? Ik begrijp het nog steeds niet.

Erik van Munster reageerde op woensdag 10 jul 2024 om 16:30
Stel dat de ene golf 3 hele periodes achterloopt op de anders. Als je de twee golven op een oscilloscoopscherm vergelijkt zal het lijken alsof ze precies in fase lopen: ze lopen precies gelijk. Maar dit is niet zo want de ene golf loopt 3 periodes achter. Je kunt namelijk stappen van “hele periodes” niet zien op deze manier.

Maar je kan het wel afleiden aan andere gegevens. Zoals hier als de frequentie verandert. Het faseverschil verandert totdat ze weer gelijk lopen. Je weet dan dat er een hele periode bij is gekomen. Vandaar n+1.


Op zondag 24 mrt 2024 om 18:10 is de volgende vraag gesteld
Bij de uitwerking bij vraag D ''Dus bij 220 Hz komt dit overeen met 1 golflengte. '', hoe kan je dit bepalen?

Erik van Munster reageerde op zondag 24 mrt 2024 om 18:18
Heb je de uitwerking hierboven gezien? Daar leg ik het uit.

Op zondag 24 mrt 2024 om 19:24 is de volgende reactie gegeven
Ja, maar daar wordt niet eerst de frequentie bij een faseverschil van 1 uitgerekend, wat ze bij de uitwerkingen wel weten op een of andere manier. Ik vraag me dus af hoe je kan bepalen dat 220 Hz bij 1 golflengte hoort zonder eerst de snelheid te berekenen.

Erik van Munster reageerde op zondag 24 mrt 2024 om 19:47
Is een lastige vraag hoor. Ook lastig om uit te leggen:

Bij 440 Hz is het gereduceerde faseverschik 0. Dit betekent dat het weglengteverschil precies een héél aantal (n) golflengtes is. Maar hoeveel n is weet je niet. Wat je wel weet is dat bij 660 Hz het gereduceerde faseverschil ook 0 is. Ook daar weet je n niet.

Wat je wel weet is dat n in n+1 is veranderd als je van 440 Hz naar 660 Hz gaat. Dit is een stap van 220 Hz. Je weet dan dus dat 220 Hz de golflengte 1,19 m is.

Bij 440 Hz passen er dan 2 hele golflengtes in de 1,19 m

Bij 660 Hz passen er dan 3 hele golflengtes in de 1,19 m.