Inloggen

Glas van Glasco

CCVX Voorbeeldtentamen 2 | Opgave 4

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Bij gewoon dubbelglas kan door geleiding en stroming warmtetransport plaatsvinden in de luchtlaag tussen beide glasplaten in. Bij Glascoglas zit er geen lucht tussen de glaslagen en kan er dus ook geen stroming en gelieding plaatsvinden.

Vraag b

Het vermogen dat naar buiten getransporteerd wordt met Glascoglas rekenen we uit met de in de opgave gegeven formule

PGlasco = μ·A·ΔT

Invullen van
μ = 1,1 Wm-2K-1
A = 8,0 m2
ΔT = 19 K (21 °C - 2,0 °C)

geeft PGlasco = 167,2 W

Voor het vermogen wat met dubbelglasnaar buiten zou worden getransporteerd vullen we μ = μ = 3,4 Wm-2K-1 in en vinden dan

PDubbelglas = 516,8

Het verschil in vermogen is dus

516,8 - 167,2 = 349,6 W

3,0 uur lang dit vermogen betekent een energieverschil van

3,0 · 60 · 60 · 349,6 = 3,7757·106 J

Met een rendement van 85% is dit

3,7757·106 J / 0,85 = 4,4420·106 J

De stookwaarde van Gronings aardgas is 32·106 Jm-3 (Binas tabel 28B). Het totaal bespaarde aardgas zou dan zijn

4,4420·106 / 32·106 = 0,1388 m3

Afgerond 0,14 m3.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Glas van Glasco"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Glas van Glasco

Op woensdag 19 apr 2023 om 14:42 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag b doe je voor het rendement :85, maar dan moet je toch juist x85 doen om het rendement te berekenen? Ik snap dat niet helemaal.

Erik van Munster reageerde op woensdag 19 apr 2023 om 22:40
Het vermogen dat nodig is is 3,7757·10^6 J. Dit vermogen wordt geleverd door het verbranden van aardgas met een rendement van 85%. De vraag is dus niet: hoeveel is 85% van 3,7757·10^6 J. maar de vraag is: welke hoeveelheid energie heb je nodig zodat 85% dáárvan gelijk is aan 3,7757·10^6 J. Vandaar dat je deelt door 85%.


Op vrijdag 22 apr 2022 om 11:28 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 4c was ik benieuwd waarom ik op hetzelfde antwoord kwam, maar dan met verkeerde berekeningen en decimalen;
Ik had het niet met de stookwaarde berekend maar met de formule van de soortelijke weerstand Q=cm delta T.
Hierbij had ik de volgende gegevens ingevuld:
Q = 4,4420·10^6
c = 1,9 x 10^3 (opgezocht in binas)
delta T = 19 K
Hierbij kwam ik uit op een massa van 123 kg, ik heb de dichtheid van aardgas opgezocht (p=0,833 kg/m^3) en hierbij kwam ik uit op V = m/p = 123/0,833 = 148 m^3. Is dit toeval?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 22 apr 2022 om 12:04
Ik denk dat je een andere vraag bedoelt dan deze?

Op vrijdag 22 apr 2022 om 13:27 is de volgende reactie gegeven
Sorry, ik bedoelde natuurlijk vraag 4b!

Erik van Munster reageerde op vrijdag 22 apr 2022 om 15:37
Nee het gaat hier echt om warmtetransport. Soortelijke warmte gebruik je om uit te rekenen hoeveel het glas zelf opwarmt. Dit is niet waar deze opgave over gaat.


Op maandag 22 apr 2019 om 22:46 is de volgende vraag gesteld
Vraag 4c. Ik begrijp het eerste stuk dat invalhoek 50 graden is en berekening dat de hoek van breking 30 graden is.
Maar vervolgens als de lichtstraal het glas verlaat snap ik niet hoe je weet hoe die dan verder moet lopen. Ik had gemeten dat de hoek
van inval dan 30 graden is. Moet je de hoek van breking dan ook berekenen? Ik vond voor de brekingshoek dan 49 graden (dus min of meer gelijk aan de eerste invalshoek).
Mag je er altijd van uitgaan dat ze dan evenwijdig lopen, de lichtstralen zowel in het glas lopen evenwijdig aan elkaar als de lichtstralen buiten het glas. In welke gevallen is dit?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 23 apr 2019 om 00:56
Ja, dat klopt. De hoek waarmee de lichtstraal het glas weer verlaat is inderdaad weer de hoek waarmee hij eerder op het glas viel. Zou weer 50 graden moeten zijn (kan aan afronding liggen dat je nét niet hierop uitkomt).

En ja: Je mag er altijd vanuit gaan dat de invallende straal evenwijdig loopt met de straal die weer uit het glas komt... MITS (en dat is hier wel belangrijk!) het glas recht is en de voorkant en achterkant van het glas dus ook parallel aan elkaar lopen.