Inloggen

Kerncentrale

CCVX Voorbeeldtentamen 9 | Opgave 5

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Een neutron heeft massagetal 1 en ladingsgetal 0 en wordt dus genoteerd als 10n. Stikstof (N) heeft atoomnummer (ladingsgetal) 7. Door massa- en ladingsgetal links en rechts gelijk te stellen vinden we dan dat er een deeltje ontstaat met massagetal 1 en ladingsgetal 1. Dit is een proton. De vergelijking wordt

168O + 10n → 167 N + 11p

Vraag b

In figuur 2 lezen we af dat het aantal N16 kernen tijdens één passage met 2,35·1010 stijgt (van 0,9·1010 naar 3,25·1010). In dezelfde figuur is ook af te lezen dat er steeds 15 s tussen de passages zit. In een jaar tijd is het aantal passages dus

60·60·24·365,25 / 15 = 2,1038·106

Voor het totaal aantal N16 kernen dat in een jaar gevormd wordt vinden we dan

2,35·1010 · 2,1038·106 = 4,9440·1016

Dit is een percentage van het totaal aantal watermoleculen van

4,9440·1016 / 3,45·1025 = 1,4331·10-9

Dit is gelijk aan afgerond 1,4·10-7 %.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Kerncentrale"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Kerncentrale

Op woensdag 5 jul 2023 om 20:04 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, hoe weet je bij vraag a, dat het een proton is en niet een Waterstof deeltje, want die heeft ook atoomnummer 1 met massa 1.

Erik van Munster reageerde op woensdag 5 jul 2023 om 20:31
Als je 1 1 H schrijft is dit ook goed. Een waterstof-1-kern is namelijk ook gewoon een proton.