n. Stikstof (N) heeft atoomnummer (ladingsgetal) 7. Door massa- en ladingsgetal links en rechts gelijk te stellen vinden we dan dat er een deeltje ontstaat met massagetal 1 en ladingsgetal 1. Dit is een proton. De vergelijking wordt
In figuur 2 lezen we af dat het aantal N16 kernen tijdens één passage met 2,35·1010 stijgt (van 0,9·1010 naar 3,25·1010). In dezelfde figuur is ook af te lezen dat er steeds 15 s tussen de passages zit. In een jaar tijd is het aantal passages dus
60·60·24·365,25 / 15 = 2,1038·106
Voor het totaal aantal N16 kernen dat in een jaar gevormd wordt vinden we dan
2,35·1010 · 2,1038·106 = 4,9440·1016
Dit is een percentage van het totaal aantal watermoleculen van
4,9440·1016 / 3,45·1025 = 1,4331·10-9
Dit is gelijk aan afgerond 1,4·10-7 %.
Eerder gestelde vragen | Kerncentrale
Op woensdag 5 jul 2023 om 20:04 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, hoe weet je bij vraag a, dat het een proton is en niet een Waterstof deeltje, want die heeft ook atoomnummer 1 met massa 1.
Erik van Munster reageerde op woensdag 5 jul 2023 om 20:31
Als je 1 1 H schrijft is dit ook goed. Een waterstof-1-kern is namelijk ook gewoon een proton.