Inloggen

Nucleaire geneeskunde

CCVX Voorbeeldtentamen 12 | Opgave 4

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

In de opgave staat dat 123I ontstaat uit 124Te na het opnemen van een proton. Als we de uitschrijven vinden we

12452Te + 11p → 12353I + …

Om het massagetal links en rechts gelijk te krijgen moeten er ook deeltjes ontstaan met wel massa maar geen lading. Dit kunnen alleen neutronen zijn en de vergelijking wordt dus

12452Te + 11p → 12353I + 2·10n

Vraag b

  1. Alleen de gammastraling is van belang. Andere soorten straling die worden uitgezonden worden niet door de gammacamera gedetecteerd en brengen alleen nodeloos schade toe aan het lichaam. In Binas tabel 25 vinden we dat 131I ook β- straling uitzendt. 124I zendt alleen γ uit en is daarom geschikter.
  2. De halveringstijd van 131 is 8 dagen en veel langer dan die van 124I. Ook ná het onderzoek zou 131 nog actief blijven in het lichaam en daar schade aanbrengen.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Nucleaire geneeskunde"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Nucleaire geneeskunde

Op donderdag 18 jul 2024 om 13:34 is de volgende vraag gesteld
bij vraag c, waar kan ik vinden dat energie per deeltje 0.60 MeV is?

Erik van Munster reageerde op donderdag 18 jul 2024 om 22:21
Staat in binas tabel 25. Daar vind je van I-131 de halveringstijd én de energie per betadeeltje (laatste kolom)


Op vrijdag 12 jul 2024 om 19:37 is de volgende vraag gesteld
bij het berekenen van de dosis bij vraag C.

Waarom wordt het aantal deeltjes apart berekend en dat vervolgens x het activiteit gedaan? ik snap de berekening wel, maar ik snap niet waarom bij hetzelfde vraag bij de vorige examen dat juist niet wordt gedaan.
Bij vraag D uit de examen van Juli 2023 opgave 4 (Plutonium) wordt geen rekening mee gehouden met het aantal deeltjes om x activiteit te doen. Wat zie ik hier niet?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 12 jul 2024 om 21:12
Het aantal deeltje wordt niet keer de activiteit gedaan maar keer de energie per vervallen deeltje.

Vaak kun je in een opgave het aantal vervallen deeltjes ook berekenen als je de activiteit weet en hoe lang deze activiteit duurt. Je doet dan de activiteit keer het aantal seconde.

Maar hier kan dat niet omdat er alleen staat dat alle toegediende I-131 in het lichaam vervalt. Geen tijdsduur gegeven. Vandaar dat we hier met A = ln2*N/t1/2 eerst het aantal deeltjes moeten berekenen.


Op maandag 1 jul 2024 om 00:27 is de volgende vraag gesteld
Hoi, waarom gebruik je bij d
1,85 / 1200 = 0,0015417 = ½t / t½, ik dacht dat de activiteit per ml 1250 bq was aangezien dat dan de a0 is

Erik van Munster reageerde op maandag 1 jul 2024 om 08:32
Ah ja, daar moet ook staan 1,85 / 1250. Heb het net verbeterd. Eindantwoord klopte wel.


Op maandag 1 jul 2024 om 00:12 is de volgende vraag gesteld
Hoi, waarom gebruik je bij d
1,85 / 1200 = 0,0015417 = ½t / t½, ik dacht dat de activiteit per ml 1250 bq was aangezien dat dan de a0 is