Inloggen

Oscilloscoop

CCVX Voorbeeldtentamen 14 | Opgave 4

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Bij het versnellen wordt elektrische energie omgezet in kinetische energie

Eel → Ek

In formulevorm

q·U = ½·m·v2

Als we dit omschrijven vinden we voor de spanning

U = ½·m·v2 / q

Invullen van onderstaande gegevens uit Binas tabel 7 en de opgave

m = 9,1094·10-31 kg (elektronmassa)
v = 5,9·106 ms-1
q = 1,602·10-19 C (grootte elektronlading )

geeft

U = 98,969 V

Afgerond is dit een versnelspanning van 99 V.

Vraag b

De snelheid en dus de kinetische energie is groter na het passeren van de platen dan daarvoor. De arbeid (W) die hierbij verricht is is gelijk aan het verschil in kinetische energie

W = ΔEk

W = Ek,na - Ek,voor

W = ½mvna2 - ½mvvoor2

W = ½m·(vna2 - vvoor2)

W = ½ · 9,1094·10-31 · ((8,4·106)2 - (5,9·106)2)

W = 1,6283·10-17 J

Afgerond is dit een arbeid van 1,6·10-17 J.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Oscilloscoop"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Oscilloscoop

Op zaterdag 19 apr 2025 om 16:29 is de volgende vraag gesteld
Hallo meneer,

kunt u uitleggen waarom bij vraag f. het resultaat is dat je een gelijkgerichte spanning krijgt?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 19 apr 2025 om 17:46
Die 4 diodes die je in het onderste plaatje van de opgave ziet staan vormen, als je ze op deze manier combineert, samen een “gelijkrichter”.

Een diode laat stroom maar in één richting door, namelijk de richting waarin het symbooltje (pijltje) wijst.

De spanningsbron heeft in het plaatje de + bovenaan. Als je de stroom volgt vanaf de + zie je dat de stroom alleen door D1 wordt doorgelaten. De stroom komt dan aan de bovenkant van de weerstand uit en loopt door de weerstand naar beneden.

Stel nu even dat de spanningsbron wisselt. Dat betekent nu boven de - en onder de +. Als je nu weer de stroom volgt vanaf de plus die je dat de stroom nu alleen door D3 wordt doorgelaten en weer opnieuw (net zoals net, aan de bovenkant van de weerstand terecht komt. De stroom loot dus door de weerstand in dezelfde richting als net.

Dit is hoe een gelijkrichter zorgt dat bij een wisselspanning er toch steoom in dezelfde r


Op donderdag 14 nov 2024 om 13:44 is de volgende vraag gesteld
kunt u mij vraag c uitleggen?

Op donderdag 14 nov 2024 om 16:22 is de volgende reactie gegeven
Veldlijnen lopen buiten de magneet om van N naar Z. Als je de veldlijn vanaf de N-pool van de magneet volgt vindt je dat de veldlijn op punt A naar rechtsboven gericht is. Op het elektron werkt lorentzkracht. Voor het bepalen van de richting van de lorentzkracht gebruik je de linkerhandregel (zie videoles over lorentzkracht):

I (je gestrekte vinger) wijst naar linksboven (want elektron is negatief dus tegen de snelheid van de elektronen in)

B (magneetveld) vang je in je handpalm op. Je houdt je linkerhand dus gekanteld ten opzicht van het papier.

F (lorentzkracht) is je duim. Die wijst, als je je linkerhand zo houdt als hierboven beschreven, het papier in. De richting van de lorentzkracht is dus het papier in.