Videolessen zijn korte lessen waarin ik je in een paar minuten uitleg wat je echt moet weten.
Alles wat je moet kennen voor je CCVX-tentamen wordt behandeld. meer info...
Kom je er zelf niet uit?
Stel je vraag online.
Meer info...
Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit?
Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.
Vraag a
De vraag die hiervóór kwam stond en vervallen is gaat over het afleiden van de formule voor de tijd die één omwenteling duurt. Dit kan afgeleid worden uit de 3e wet van Kepler
De omlooptijd kunnen we bepalen door in te vullen in de gegeven formule
r = 400 km + 6,371·106 m = 6,771·106 m G = 6,67384·10-11 M = 5,972·1024 kg
We vinden dan
T = 2π·√((6,771·106)3 / (6,67384·10-11 · 5,972·1024))
T = 5545,12 s
De daalsnelheid kunnen we uit de grafiek (figuur 1) bepalen met een raaklijn (zie afbeelding hieronder). We vinden dan
v = Δh / Δt
v = (448 - 362) / 210 dagen
v = 0,4052 km/dag
Omgerekend naar m·s-1 is dit 4,73986·10-3 m·s-1. Voor de daling per omwenteling vinden we dan
Δh = v·T
Δh = 5545,12 · 4,73986·10-3 = 26,2831 m
Afgerond is dit 26 m per omwenteling.
Vraag b
De richting van de lorentzkracht bepalen we met de linkerhandregel. Eerst moeten we daarvoor de richting van het magneetveld weten (zie afbeelding hieronder). Bij aardmagnetisme is het noorden van de aarde de magnetische zuidpool en andersom. Buiten een magneet lopen de veldlijnen van noord naar zuid. B is dus naar boven gericht, I is naar de aarde toe gericht. Uit de linkerhandregel volgt dan een lorentzkracht het papier in. Dit is in de afbeelding in oostelijke richting.
Sorry
: (
Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.