De omtrek van de rechthoek is 2·10,0 + 2·8,0 = 36 cm. Op de spoel zitten 300 windingen. Voor de totale lengte van de draad vinden we dan
luidt ρ = RA/L. Voor het oppervlak van de doorsnede volgt hieruit
.
Zie rechterafbeelding hieronder. De
schuifweerstand van 12 Ω bestaat, als de schuif in de middenstand staat, effectief uit twee weerstanden van 6,0 Ω in serie die samen een
spanningsdeler vormen. De onderste daarvan staat parallel aan de spoel. Voor de
vervangingsweerstand van deze weerstand en de spoel vinden we dan met R
v-1 = R
1-1 + R
2-1R
v = (6,0
-1 + 4,0
-1)
-1 = 2,4 Ω
De spanning van 6,0 V verdeelt zich over de
in serie staande bovenste weerstand van 6,0 Ω en deze 2,4 Ω volgens de waarden van de weerstanden. Dit betekent voor de spanning over de 2,4 Ω en dus de spanning over de spoel
Br>U
spoel = 6,0 V · 2,4/(6,0+2,4) = 1,7143 V
Met de
wet van Ohm vinden we dan voor de stroomsterkte in de spoel
I = U/R = 1,7143 / 4,00 = 0,4286 A
Afgerond is dit een stroomsterkte van 0,43 A.
Eerder gestelde vragen | Spoel aan een veer
Op maandag 17 feb 2025 om 13:09 is de volgende vraag gesteld
ik snap niet hoe je bij vraag b Uspoel berekent
Erik van Munster reageerde op maandag 17 feb 2025 om 13:54
Is best ingewikkeld. Heb je het rechterplaatje gezien bij de uitwerking?
De spoel is onderdeel van een spanningsdeler waarbij de spanning van 6,0 V wordt “opgedeeld”. In het kort: De spanning verdeelt zich over weerstanden die in serie staan. Grootste weerstand heeft de grootste spanning. Zie de videoles “spanningsdeler” hoe dit precies werkt.