Inloggen

Surfende steen

CCVX Voorbeeldtentamen 7 | Opgave 1

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Na het verlaten van de hand is de beweging van de steen een horizontale worp. Dit is in horizontale richting een eenparige beweging en in verticale richting een valbeweging. In verticale richting geldt voor de afgelegde weg sy = ½·a·t2. Hieruit volgt voor de valtijd

tval = √(sy / ½a)

tval = √(1,09 / ½·9,81)

tval = 0,4714 s

Voor de in deze tijd afgelegde horizontaal afgelegde afstand vinden we dan

sx = 8,2 · 0,4714 = 3,8655 m

Afgerond is dit een afstand van 3,9 m.

Vraag b

Tijdens het weggooien versnelt het steentje in 0,36 s van 0 naar 8,2 ms-1. Dit betekent een versnelling van

a = Δv/Δt

a = 8,2 /0,36 = 22,7778 ms-2

Met de tweede wet van Newton (F=m·a) vinden we dan voor de resulterende kracht

F = 0,032·22,7778 = 0,72889 N

Afgerond is dit een kracht van 0,73 N.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Surfende steen"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Surfende steen

Pien Borrius vroeg op zondag 23 apr 2023 om 19:16
Hi Erik, bij vraag a: staat de formule sy = ½·a·t^2 in de binas? En hoe herken je wanneer je díe formule moet gebruiken?

Erik van Munster reageerde op zondag 23 apr 2023 om 20:22
Met de formule s = 1/5 * a * t^2 berekend je de afgelegde (s) tijdens het versnellen met versnelling a. De formule kun je gebruiken bij een eenparige versnelde beweging (a=constant) met begin- of eindsnelheid 0 m/s.

De formule staat niet in deze vorm in Binas en hoort ook niet bij de huidige vwo-examenstof.