Videolessen zijn korte lessen waarin ik je in een paar minuten uitleg wat je echt moet weten.
Alles wat je moet kennen voor je CCVX-tentamen wordt behandeld. meer info...
Kom je er zelf niet uit?
Stel je vraag online.
Meer info...
Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit?
Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.
Vraag a
De trillingsenergie van het zuurstofatoom is 43% van 0,133 eV. Dit is omgerekend naar Joule gelijk aan
Etril = 0,43 · 0,133 · 1,6022·10-19
Etril = 9,1630·10-21 J
De amplitude (A) van de trilling kunnen we hiermee berekenen maar daarvoor moeten we eerst de veerconstante (C) weten. De veerconstante kunnen we bepalen uit de trillingstijd. Als we er van uitgaan dat het een harmonische trilling is geldt namelijk
De energie in de grondtoestand is niet 0 eV maar 0,133 eV (nulpuntsenergie). De totale energie in de 1e aangeslagentoestand is 0,133 eV plus de energie van het geabsorbeerde foton en is dus gelijk aan
0,113 + 0,2659 = 0,3989 eV
Afgerond 0,399 eV.
Vraag c
Bij een harmonische trilling geldt dat de resulterende kracht (F) op de trillende massa recht evenredig is met de uitwijking (u). Er moet dus gelden
F = -C·u
(Het minteken is om aan te geven dat kracht en uitwijking tegengesteld van richting zijn ten opzichte van elkaar). In een grafiek is een recht evenredig verband te herkennen als een rechte lijn door 0. In het F,u-diagram in figuur 2 is te zien dat de rechte lijn alleen vlak in de buurt van de oorsprong geldt. Hoe groter u hoe groter de afwijking van een rechte lijn en hoe groter de afwijking van een harmonische trilling.
Vraag d
Tijdens het uitvoeren van een trilling is de hoeveelheid energie die bij het bewegen naar links omgezet wordt gelijk aan de energie die bij het bewegen naar rechts omgezet wordt. Deze energie is gelijk aan de verrichte arbeid waarvoor geldt
W = F·s
In dit geval is de 'weg' (s) gelijk aan de uitwijking u en omdat F en u niet evenredig zijn moeten we de arbeid bepalen door te kijken naar het oppervlak onder de grafiek. Zie afbeelding hieronder: De oppervlakken links (rood) en recht (blauw) moeten gelijk zijn aan elkaar. De grafiek loopt rechts iets minder steil dan links. Om op hetzelfde oppervlak uit te komen moet de maximale uitwijking links iets kleiner zijn dan rechts.
Vraag e
Bij radioactief verval geldt voor de halveringstijd (t½) en de factor waarmee aantallen kernen en de activiteit afnemen
factor = ½t / t½
Ditzelfde geldt hier ook voor de afname van het aantal aangeslagen CO-moleculen. Er geldt dus
aantal = beginaantal · ½t / t½
Als 99% van het beginaantal moleculen is teruggevallen naar de grondtoestand betekent dit dat de factor ½t / t½ gelijk moet zijn aan 0,01. En dus
½t / t½ = 0,01
t / t½ = ½log (0,01)
t / t½ = 10log (0,01) / 10log ½
t / t½ = 6,6439
t = 6,6439 · t½
t = 6,6439 ·3,0·10-7
t = 1,9932·10-6 s
Na afgerond 2 μs zijn 99% van de CO-moleculen teruggevallen naar de grondtoestand.
Vraag f
In de schijf zitten 4 openingen. Als de schijf in 0,020 s een rondje draait wordt er dus 4 pulsjes straling afgegeven. De periode tussen de pulsjes en dus ook tussen de drukpulsjes in het gas is dan 0,020/4 = 0,005 s. Voor de frequentie vinden we dan met f = 1/T
f = 1 / 0,005 = 200 Hz.
Vraag f
Als de concentratie CO-moleculen toeneemt worden er per pulsje meer moleculen aangeslagen en zal ook de drukpuls sterker worden. Het geluid zal hierdoor harder klinken.
Vraag over "Trillende moleculen"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Trillende moleculen
Dylon Cai vroeg op zondag 10 apr 2022 om 21:36 Hi, ik heb een vraag over onderdeel e. Tot en met t / t½ = ½log (0,01) begrijp ik het nog. Maar hoezo is dit in de volgende stap t / t½ = 10log (0,01) / 10log ½ geworden?
Ik zit er al zo lang mee te puzzelen en zie het oprecht niet meer. Misschien mis ik iets, maar ik zou graag weten wat ik moet doen om toch tot t / t½ = 10log (0,01) / 10log ½ te komen.
Alvast bedankt!
Erik van Munster reageerde op zondag 10 apr 2022 om 21:48 Op je rekenmachine betekent Log logaritme met grondtal 10. Je kunt met je rekenmachine dus niet zomaar Log met grondtal 1/2 uitrekenen. Een tussenstap om tóch log met ander grondtal a uit te rekenen is met de formule
aLog x = Log x / Log a
Als je 1/2Log x wil uitrekenen type je dus in
Log x / Log 1/2
Dylon Cai reageerde op maandag 11 apr 2022 om 11:05 Dank voor het antwoord, dat verklaart een hoop. Ik ga ermee aan de slag!