Inloggen

Verwarmen

CCVX Voorbeeldtentamen 15 | Opgave 2

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Voor het volume van de kamer vinden we

V = 5,10 · 3,75 · 2,30 = 43,9875 m3

De massa van de lucht in de kamer kunnen we berekenen met de dichtheid van lucht uit Binas tabel 12: Bij p=p0 en T=273 K is de dichtheid 1,293 kgm-3. Met m = ρ·V vinden we dan

m = 1,293 · 43,9875 = 56,876 kg

Afgerond een massa van 56,9 kg.

Vraag b

De soortelijke warmte van de lucht in de kamer is in de opgave gegeven. Met Q = c·m·ΔT vinden we dan

Q = 1,00·103 · 56,876 · 14

Q = 7,9626·105 J

De kachel heeft een vermogen van 4,9 kW. Met E=P/t vinden we dan voor de tijd die nodig is om de benodigde warmte-energie te leveren

t = E/P = 7,9626·105 / 4,9·103 = 162,502 s

Afgerond is dit een tijd van 2,7 minuut.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Verwarmen"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Verwarmen

Op maandag 17 feb 2025 om 12:41 is de volgende vraag gesteld
ik snap bij vraag c de overgang van n naar m in de formule niet.

Erik van Munster reageerde op maandag 17 feb 2025 om 13:33
Het aantal kg (m) is evenredig met het aantal mol (n). Twee keer zoveel mol betekent ook twee keer zoveel massa.

Dit betekent dat de verhouding tussen n1 en n2 hetzelfde is als de verhouding tussen m1 en m2. Vandaar.