Inloggen

Warmte

CCVX Voorbeeldtentamen 6 | Opgave 1

Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit? Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.

Vraag a

Het zweet (vloeibaar) verdampt en wordt gas. Verdampen is het overgaan van de vloeibare fase naar de gasfase en dat kost energie (verdampingswarmte). Deze energie wordt als warmte onttrokken aan het lichaam via de huid. Hierdoor koelt je huid af en verlies je je overtollige warmte.

Vraag b

Met de algemene gaswet kunnen we het aantal mol water dat in de lucht aanwezig is berekenen. Uit p·V = n·R·T volgt

n = p·V / R·T

Invullen van

p = 0,035·105 Pa (3,5% van totale druk)
V = 42 m3
R = 8,3144 (gasconstante uit Binas)
T = 363 K (90 °C)

geeft

n = 48,7057 mol

In de opgave staat dat 1 mol een massa heeft van 18 g. Voor de totale massa van het water in de lucht in de sauna vinden we dan

m = 48,7057·0,018 = 0,8767 kg

Afgerond een massa van 0,88 kg.




Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.









Vraag over "Warmte"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Warmte

Op woensdag 19 jun 2024 om 14:24 is de volgende vraag gesteld
kan je de m bij de formule van soortelijke warmte zomaar weglaten netals bij vraag c?

Erik van Munster reageerde op woensdag 19 jun 2024 om 16:42
Bij de formule voor soortelijke warmte vul je ook de massa (m) in. Die kun je dus niet weglaten.

Maar hier, bij vraag c, gebruik je niet de soortelijke warmte maar de warmtecapaciteit. Dit zijn twee verschillende dingen.

(Zie de videolessen over warmtecapaciteit en soortelijke warmte)