Videolessen zijn korte lessen waarin ik je in een paar minuten uitleg wat je echt moet weten.
Alles wat je moet kennen voor je CCVX-tentamen wordt behandeld. meer info...
Kom je er zelf niet uit?
Stel je vraag online.
Meer info...
Opgaven komen van de CCVX-website. Kom je er zelf niet zelf uit?
Dan kun je hieronder je vraag stellen. Ook kun je hieronder eerder gestelde vragen over deze opgave vinden.
Vraag a
Het water had een begintemperatuur van 27° en een eindtemperatuur van 77°. Het is dus 77 - 27 = 50 °C of K in temperatuur gestegen. De warmteopname kunnen we dan berekenen met de soortelijke warmte van water. We berekenen hiervoor eerst de massa van het water. Het water in de pan heeft een vorm van een cilinder met diameter 20 cm en hoogte 15 cm. Het volume is dan
V = h · πr2
V = 0,15 · π · 0,102
V = 4,7124·10-3 m3
De massa berekenen we dan met de dichtheid van water (Binas tabel 11)
m = ρ·V
m = 998,2 · 4,7124·10-3
m = 4,7039 kg
Voor de opgenomen warmte geldt
Q = c·m·ΔT
Invullen van
c = 4,180·103 (Binas tabel 8) m =4,7039 kg ΔT = 50 °C
geeft
Q = 9,831·105 J
Afgerond een warmte van 9,8·105 J.
Vraag b
Als we aannemen dat de pan steeds dezelfde temperatuur als het water heeft is de pan ook 50° C in temperatuur gestegen. Voor de warmtecapaciteit (C) van de pan vinden we dan met Q = C·ΔT
C = Q / m
C = 50·103 / 50 = 1,0·103 J/°C
Sorry
: (
Voor de complete uitwerkingen moet je eerst inloggen.