In de opgave staat dat de auto met een constante snelheid uit het water wordt getrokken. Uit de 1e wet van Newton volgt dan dat de resulterende kracht op de auto 0 N is en dat alle krachten met elkaar in evenwicht zijn. Zie afbeelding hieronder: Om in evenwicht te zijn moeten Fspan en Fnormaal samen de naar beneden gerichte kracht compenseren. De lengtes van Fspan en Fnormaal moeten dus zo zijn dan ze opgeteld een kracht recht naar boven opleveren. Door vanuit het eind van Fspan een hulplijn te trekken loodrecht op Fspan (de blauwe stippellijn in de afbeelding hieronder) tot het punt waar de somkracht recht naar boven wijst vinden we de lengte van de omhoog gerichte kracht. De grootte van deze kracht is gelijk aan de naar beneden gerichte kracht waar we naar op zoek zijn. Door opmeten van de lengtes van F en Fspan en omrekenen komen we hiermee op een naar beneden gerichte kracht 7,8·103 N.
Sorry
: (
Als je de complete uitleg bij oudere examenopgaven wil zien moet je eerst inloggen.