Inloggen

Defibrillator
vwo 2009, 2e tijdvak, opgave 1

























Vraag over "Defibrillator"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Defibrillator

Op dinsdag 20 dec 2022 om 21:48 is de volgende vraag gesteld
Vraag 3. Mijn redenering voor het antwoord was: Als de weerstand groter wordt, dan neemt de spanning toe (U= I * R). Het vermogen neemt dan ook toe want P= U*I (U neemt toe), dus meer energie in de puls. Waarom is dit niet correct?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 20 dec 2022 om 22:00
De spanning die het apparaat afgeeft ligt vast en wordt niet bepaald door of er wel of geen gel gebruikt wordt. Wat wel kan veranderen is hoeveel stroom er gaat lopen. Dit hangt af van de totale weerstand. Als deze weerstand groter wordt doordat geen gel gebruikt wordt loopt er minder stroom en zal dus ook het vermogen (P=U*I) lager worden.

Het is dus niet zo dat de afgegeven spanning verandert.


Eline Pool vroeg op woensdag 16 dec 2020 om 13:43
Bij vraag 4, ben ik geneigd te antwoorden dat de geleidende gel de stroom/energie gelijkmatig over de borstkas verdeeld wordt, en dat als de gel dus afwezig is, de stroom of energie geconcentreerd wordt, en dus brandwonden veroorzaakt.
Is dat antwoord ook goed? Zo niet, waarom?

Erik van Munster reageerde op woensdag 16 dec 2020 om 15:23
Zo kun je het inderdaad uitleggen maar het is niet zo dat de stroom geconcentreerd wordt. De stroomsterkte is overal in de stroomkring namelijk even groot.

Ze willen horen hier dat juist op de plaats waar elektrodes contact maken zonder gel de weerstand groot is en dat daarom juist op deze plek de energie geconcentreerd wordt.


Clara van der Brug vroeg op maandag 21 jan 2019 om 20:04
Waarom wordt er bij 2 geen gebruik gemaakt van gemiddelde stroomsterkte? Deze verandert toch ook gedurende de puls?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 22 jan 2019 om 17:02
Klopt, de spanning (en dus ook de stroomsterkte) is niet constant tijdens de puls. Maar in deze vraag wordt niet gevraagd om de totale energie maar om aan te tonen dat de energie niet groter is dan een bepaald maximum. Als je dit uitrekent voor de maximale spanning en stroom heb je je dus ook aangetoond dat het niet groter is dan dit maximum.

Vandaar dat ze hier het maximum en niet het gemiddelde gebruiken.


Op dinsdag 24 apr 2018 om 15:36 is de volgende vraag gesteld
Bij 2 had ik de energie met behulp van E= UxIxt berekent bij U= 2000 V en bij 1760V. En dat dan min elkaar gedaan zodat je de energie tussen die twee punten kon krijgen. Maar dat doen ze niet in de uitwerkingen en ik begrijp ook niet wat ze precies doen want ze gebruiken alleen de U van 1 punt. Waarom mag mijn methode niet? (ik kom uit op 353J want 2000 x 80 x 0,9 x ^-4= 14,4J en 1750 x 70 x 3^-4 = 367,5J dus dat min elkaar = 353,1J)

Erik van Munster reageerde op dinsdag 24 apr 2018 om 16:57
De totale energie is inderdaad U*I*t.

De stroomsterkte (I) heb je bij vraag 1 berekend (80A)
De tijdduur kun je aflezen uit de grafiek (0,0021 s)
De spanning kun je aflezen uit de grafiek.

Je ziet dat de spanning niet constant is. Je kunt dan twee dingen doen: Het gemiddelde nemen van de maximale en minimale spanning. (U = (2000+1760)/2 = 1760 V) Of, omdat het hier om het aantonen van een maximale vermogen gaat, gewoon de maximale spanning nemen. Dit is wat ze hier doen: U = 2000 V.

Het gaat dus niet om het VERSCHIL in spanning maar om het vinden van een waarde voor U tijdens de puls die zo goed mogelijk overeenkomt met de werkelijkheid.