Vraag 7
Op de foto (figuur 1) is te zien dat meter I
parallel op de knakworst zit aangesloten en meter II
in serie met de knakworst staat.
Meter II fungeert hier dus als stroommeter.
Vraag 8
- Als we de hoogste waarde van de trendlijn in figuur 2 aflezen vinden we dat bij een spanning van 35 V een stroom van 0,133 A loopt. Met de wet van Ohm vinden we dan voor de weerstand
R = U / I = 35 / 0,133 = 263,158 Ω
Afgerond 2,6·102 Ω. - De diameter van de knakworst is 15 mm. Voor het oppervlak van de doorsnede vinden we dan met A=πr2
A = π·(½·15·10-3)2 = 1,7671·10-4 m2
Met de formule voor de soortelijke weerstand vinden we dan
ρ = R·A / L
ρ = 263,158 · 1,7671·10-4 / 8,0·10-2 = 0,5813 Ωm
Afgerond is dit 0,58 Ωm. De soortelijke weerstand van de knakworst is dus kennelijk niet gelijk aan die van zout water die Lieke op internet vond.
Vraag 9
In een
NTC neemt de weerstand af bij toenemende temperatuur, bij een
PTC neemt de weerstand toe bij toenemende temperatuur. In figuur 3 is te zien dat de stroomsterkte (I) toeneemt wat duidt op een afnemende weerstand. De knakworst gedraagt zich dus als een NTC.
Vraag 10
Lieke warmt de knakworst 38 °C op (van 22 naar 60 °C). De energie die hiervoor nodig is berekenen we met de
soortelijke weerstandQ = c·m·ΔT
Q = 3,0·10
3 · 0,02 · 38 = 2280 J
De elektrische energie die hierbij verbruikt wordt in 14 minuten (840 s) berekenen we met het
vermogen. We vinden hiervoor met E
el = P·t
E
el = 3,9 ·840 = 3276 J
Voor het
rendement vinden we dan
η = Q / E
el = 2280 / 3276 = 0,69597
Afgerond is dit een rendement van 70%.
Vraag 11
Om in 14 minuten één knakworst op te warmen was een vermogen van 3,9 W nodig. De hiervoor benodigde spanning en stroom kunnen we aflezen in figuur 2. Bij een spanning van 32,5 W loopt er een stroom loopt van 0,12 A en is het vermogen gelijk 32,5·0,12 = 3,9 W. Als de worstjes in serie worden aangesloten zal de spanning die de spanningsbron levert zich verdelen. Als elk worstje nog steeds een spanning van 32,5 V zou moeten staan zou de maximale spanning die de spanningsbron moet leveren al bij 2 worstjes overschreden worden. In serie zal het vereiste vermogen dus nooit gehaald worden.
Als de worstjes parallel gezet worden is de spanning over elk worstje gelijk en zal de totale stroomsterkte groter worden. De maximale stroomsterkte die de spanningsbron kan leveren is 5,0 A. Dit is veel groter dan 0,12 A dus dat is zeker genoeg om meerdere worstjes tegelijk te verwarmen in dezelfde tijd.