Inloggen

Magneettrein
havo 2005, 1e tijdvak, opgave 3

























Vraag over "Magneettrein"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Magneettrein

Op zondag 6 feb 2022 om 09:58 is de volgende vraag gesteld
Goedemorgen,

Kunt u mij helpen bij opdracht 11? Hoe weet ik dat de magnetische veldsterkte bij RS tegengesteld zijn aan die bij PQ?

Alvast bedankt!

Groetjes,

Josephine

Erik van Munster reageerde op zondag 6 feb 2022 om 10:22
Daar kom je achter als je (in gedachten) de stroom volgt die door de stroomkabel loopt in figuur 7:

Op het stukje kabel tussen P en Q loopt de stroom naar je toe.
Op het stukje kabel tussen R en S loopt de stroom van je af.

De lorentzkracht (FL) is in beide gevallen naar links. Als je met de linkerhandregel dan bepaalt welke richting B (het magneetveld) moet hebben dan vind je bij PQ dat B naar boven wijst (staat ook aangegeven in het plaatje). Als je hetzelfde doet voor RS vind je dat B daar naar beneden wijst. Tegengesteld dus. Vandaar.


Parsa Jahangiri vroeg op zaterdag 27 okt 2018 om 22:27
Dus je berekent altijd de tijd die het voorwerp/lading/stroom erover doet om een afstand af te leggen, dat is je t, en dat doe je keer 2 en dan heb je de T?

Erik van Munster reageerde op zondag 28 okt 2018 om 12:55
Hier doe je het wel op deze manier ja. Maar dat komt omdat het hier over een magneettrein gaat en omdat er in de opgave uitgelegd wordt hoe de wisselspanningsfrequentie afhangt van de tijd waarmee een bepaalde afstand wordt afgelegd.

In andere situaties zul je waarschijnlijk een andere methode moeten gebruiken.


Parsa Jahangiri vroeg op zaterdag 27 okt 2018 om 22:01
beste meneer,
bij opdracht E snap ik niet hoe ze eruit komen dat T=2t, want hoe kun je weten wat de periode van de wissel spanning is.
mvg Parsa

Erik van Munster reageerde op zaterdag 27 okt 2018 om 22:16
De periode van de wisselspanning weet je inderdaad niet maar in de opgave kun je lezen dat de spanning van richting wisselt als de trein een bepaald afstandje heeft afgelegd. Je kunt uitrekenen hoe lang dit duurt want de snelheid van de trein staat in de opgave gegeven.

Als je deze tijd (t) eenmaal weet kun je daarna de periode van de wisselspanning (T) uitrekenen. In een periode wisselt de spanning namelijk twee keer: een keer van - naar + en een keer van + naar -.

Parsa Jahangiri reageerde op zaterdag 27 okt 2018 om 22:26
Dus je berekent altijd de tijd die het voorwerp/lading/stroom erover doet om een afstand af te leggen, dat is je t, en dat doe je keer 2 en dan heb je de T?