Eerder gestelde vragen | Massaspectrometer
Op zaterdag 8 apr 2023 om 22:44 is de volgende vraag gesteld
Hoi,
Over de laatste vraag. Hoezo wordt er perse vanuit gegaan dat het atoom in de ionisatiekamer slechts 1 elektron is afgegaan? Er staat toch in principe niet bij hoedanig de isotopen worden geïoniseerd?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 8 apr 2023 om 23:16
Staat in de tekst dat het om “eenwaardig positieve ionen” gaat. Daarmee wordt bedoeld dat er steeds één elektron af gaat bij het ioniseren.
Op maandag 3 apr 2023 om 18:18 is de volgende vraag gesteld
Hoi,
Ik heb een vraag over het omrekenen bij vraag 8. Ik snap de formules die worden gecombineerd alleen ik begrijp niet hoe ze van:
De formule voor de cirkelbeweging: mv² / r = Bqv
Naar deze formule gaan? V= Bqr/ m
Hoe maak je deze tussenstap? Alvast bedankt!
Erik van Munster reageerde op maandag 3 apr 2023 om 18:44
Stapje voor stapje:
mv² / r = Bqv
Links en rechts door v delen. Dan valt het kwadraat weg en verdwijnt v rechts:
mv / r = Bq
Beide kanten keer r
mv = Bqr
Beide kanten delen door m
v = Bqr / m
Op zaterdag 7 mei 2022 om 21:22 is de volgende vraag gesteld
Hoi,
Ik heb een vraag oer vraag 7. Er wordt verondersteld dat de lading gelijk is van de 3 isotopen. Maar ze hebben toch allemaal een ander aantal neutronen (en dus een ander aantal elektronen?) terwijl ze evenveel protonen hebben? Dan hebben ze toch niet dezelfde lading? Of klopt deze beredenatie niet?
Groetjes
Erik van Munster reageerde op zaterdag 7 mei 2022 om 22:31
De isotopen hebben een verschillend aantal neutronen in de kern maar de lading van een atoom wordt bepaald door de protonen (+) in de kern én de elektronen (-) rond de kern. Normaal gesproken is het aantal protonen in de kern gelijk aan het aantal elektronen rond de kern en is de totale lading van een atoom 0 (neutraal).
Bij deze opgave zijn alledrie de atoomsoorten geïoniseerd. Dit betekent dat er 1 elektron is weggehaald waardoor het atoom niet meer neutraal is maar een lading heeft van +1. Daarom is de lading van alledrie hier gelijk.
Op vrijdag 29 apr 2022 om 18:03 is de volgende vraag gesteld
Hi,
Als ik bij vraag 7 de linkerhandregel toepas kom ik elke keer op een magnetisch veld dat naar mij toewijst. Ik doe mijn duim naar links en mijn middelvinger naar onderen. In de uitwerking staat dat het magnetisch veld vanaf het papier omhoog is gericht. Kunt u mij dit misschien uitleggen?
Op vrijdag 29 apr 2022 om 18:38 is de volgende reactie gegeven
Heeft u misschien ook een duidelijke uitleg over het omrekenen van de formule bij 8. Ik was hier zelf namelijk niet op gekomen en vraag me af wat de beste aanpak hiervoor is.
Erik van Munster reageerde op vrijdag 29 apr 2022 om 18:46
Een magnetisch veld dat naar je toe wijst is goed. Dat is wat ze bedoelen met “uit het papier omhoog”. Als je recht boven het papier kijkt loopt het magneetveld naar je toe.
Erik van Munster reageerde op vrijdag 29 apr 2022 om 18:52
Over je 2e vraag. Lastige is altijd hoe je op het idee komt om bepaalde formules te gebruiken. Hier gaat het over een cirkelvormige beweging wat betekent dat je in ieder gevalt de formule voor Fmpz nodig hebt.
Daarnaast weet je dat er lorentzkracht werkt en dat dit dus de rol van Fmpz zal spelen. Zo kom je hopelijk op het idee om Fmpz en Florentz gelijk te stellen. Als je dat doet kom je er al snel achter dat er in de formule die je moet afleiden geen “v” staat maar wel een “U”. En zo kom je hopelijk op het idee dat de versnelspanning zorgt voor de snelheid.
Erik van Munster reageerde op vrijdag 29 apr 2022 om 18:54
Helaas geen standaardrecept voor afleiding. Meestal is het best om gewoon ergens te beginnen met de meest waarschijnlijke formules. Ideeen hoe je verder moet komen dan wel als je wat stapjes verder bent met afleiden.
Op zaterdag 4 dec 2021 om 23:33 is de volgende vraag gesteld
Ik heb een vraag bij vraag 9 hoe komen ze op de M?
Er staat m=A*u
Bedoelen ze daar bij oppervlakte keer de molaire massa?
Erik van Munster reageerde op zondag 5 dec 2021 om 11:41
Nee. De ‘A’ betekent hier het massagetal van de atoomsoort. Dit kun je bv vinden in Binas tabel 99.
Op dinsdag 27 mrt 2018 om 13:13 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 6 had ik als volgt dit antwoord. Lood 206 heeft het kleindste massa getal en zal onder invloed van de elektische kracht de grootste versnelling krijgen en dus de grootste snelheid krijgen. A=f/m. getal met de kleinste massa getal krijgt de grootste versnelling en dus de goorste snelheid (afstand blijft immers hetzelfde).
Volgens het antwoordmodel zou ik geen punten krijgen. Toch vind ik mijn antwoord niet fout en logisch. Licht dit aan mij of is het echt fout?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 27 mrt 2018 om 14:01
Bij alle examenvragen geldt dat als je een antwoord geeft wat niet volgens het antwoordmodel is maar wat, natuurkundig gezien, wél goed is je toch de punten krijgt. Om alle punten te krijgen moet je antwoord dan natuurkundig gezien ook 100% goed zijn.
Je antwoord is goed en je zal hier zeker punten voor krijgen. De versnelling (a) is inderdaad het grootst bij Pb-206 omdat de massa daarvan het kleinst is. Maar ik zou in het antwoord ook wel iets zeggen over het feit dat de elektrische kracht (F) gelijk is van alle isotopen omdat de lading gelijk is voor allemaal (1+).
Op dinsdag 27 mrt 2018 om 18:34 is de volgende reactie gegeven
duidelijk dank!