Vraag 18
Voor de
mechanische spanning in een voorwerp geldt (zie BINAS tabel 35-A6)
σ = F/A
Met behulp van deze formule vinden we door invullen σ = 190·10
6 Nm
-2 en A = 2,63·10
-6 m
2F = 190·10
6 · 2,63·10
-6 = 499,7 N
Afgerond op drie cijfers is dit 5,00·10
2 N.
Vraag 19
De relatieve rek van een voorwerp bij een bepaalde mechanische spanning hangt af van de
elasticiteitsmodulus. Hiervoor geldt (zie BINAS tabel 35-A6)
E = σ/ε
Omdat roestvrij staal geen zuivere stof is maar een legering (mengsel van verschillende stoffen) moeten we hiervoor kijken in BINAS tabel 9. Hier vinden we voor roestvrij staal een elasticiteitsmodulus van 0,20·10
12 Pa. De rek (ε) kunnen we vervolgens bereken met bovenstaande formule
ε = 190·10
6 / 0,20·10
12 = 9,5·10
-4Dit betekent dat de lengte van de spaak met 0,095% is toegenomen.
Vraag 20
Zie afbeelding hieronder. In figuur 3 is af te lezen dat 7 periodes 1,85 s duren. De tijdsduur van één periode is dan 18,4/7 = 0,26429 s. Voor de frequentie vinden we dan met f = 1/T
f = 1 / 0,26429 = 3,7837 Hz
Afgerond is dit 3,8 Hz.
Vraag 21
In figuur 3 (zie hieronder) is af te lezen dat het mimimum van de pieken rond de 128 MPa ligt (σ
min) en het maximum op 195 MPa (σ
max). Met de in de opgave gegeven formule σ
A = (σ
max-σ
min)/2 vinden we dan voor de spanningsamplitude
σ
A = (195 - 128)/2 = 33,5 MPa
In figuur 4 is af te lezen dat bij een spanningsamplitude van 100 MPa al méér dan 3·10
7 omwentelingen gemaakt kunnen worden. Bij de veel kleinere spanningsamplitude van 33,5 MPa zullen dus zéker meer dan 1·10
7omwentelingen gemaakt kunnen worden.
Vraag 22
In figuur 4 kunnen we aflezen dat bij een spanningsamplitude van 120 Mpa N gelijk is aan 3·10
6 omwentelingen. Tijdens één omwenteling legt het wiel een afstand af die gelijk is aan de omtrek van het wiel. De omtrek van een cirkel is 2πr (zie BINAs tabel 36B). Invullen van r = 0,35 m (straal is de helft van de diameter) vinden we voor de tijdens één omwenteling afgelegde afstand
s = 2π · 0,35 = 2,1991 m
Voor de afstand die in 3·10
6 omwentelingen wordt afgelegd vinden we dan
s = 3·10
6 · 2,1991 = 6,5973·10
6 m
Er zal dus afgerond 6,6·10
3 km afgelegd kunnen worden voordat de spaak breekt.