Inloggen

Murrenbaan
havo 2015, 1e tijdvak, opgave 1

Vraag 1

In de grafiek in figuur is af te lezen dat de cabine in 210 s stijgt van 860 m naar 1500 m. Dit is 640 m in 210 s. De gemiddelde stijgsnelheid is dan

vstijg, gem. = 640 / 210 = 3,0476 ms-1

Dit is afgerond 3,05 ms-1.



murrenbaan-1




Als je de complete uitleg bij oudere examenopgaven wil zien moet je eerst inloggen.




Vraag over "Murrenbaan"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Murrenbaan

Op woensdag 2 nov 2022 om 16:45 is de volgende vraag gesteld
Hi, ik begrijp niet waarom je bij opdracht 2 de formule van zwaarte-energie gebruikt. Want ze vragen toch om de arbeid…. Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op woensdag 2 nov 2022 om 22:08
Arbeid is ook een hoeveelheid energie. Eenheid van arbeid is ook Joule (J). Als je weet hoeveel zwaarteenergie nodig is weet je ook hoeveel arbeid verricht moet worden.


Op vrijdag 8 feb 2019 om 11:34 is de volgende vraag gesteld
Hi meneer : ik begrip nog steeds niet hoe wordt de spankracht berekend ?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 9 feb 2019 om 15:21
In de opgave wordt de totale kracht gegeven die de kabel op de cabine uitoefent (Fkabel). Deze kracht is de optelsom van de twee spankrachten die de kabel aan beide kanten uitvoeren. Gevraagd wordt hoe groot deze spankrachten zijn.

In de figuur hierboven zie je hoe je dit doet:

1) Je trekt vanaf Fkabel een stippellijn naar LINKS in dezelfde richting als de kabel naar RECHTS heeft tot het punt waar je de kabel raakt.

2) Je trekt vanaf Fkabel een stippellijn naar RECHTS in dezelfde richting als de kabel naar LINKS heeft tot het punt waar je de kabel raakt.

Je weet dan de lengte van de twee spankrachten. Met de schaal van de tekening kun je daarna bepalen hoe groot de spankracht is.


Op zondag 13 mei 2018 om 12:39 is de volgende vraag gesteld
Hoe weet je dat de spankracht 7,0 cm moet zijn, Fkabel is toch maar 1 cm?

Erik van Munster reageerde op zondag 13 mei 2018 om 20:51
Fkabel is inderdaad 1 cm. Maar het gaat hier om de spankracht die altijd in de richting van de kabel werkt. Fkabel is de optelsom van de twee spankrachten. De grootte van de spankracht kun je bepalen door eerst de spankracht op de juiste lengte tekenen. Dit kun je doen als je weet dat Fspan naar links en Fspan naar rechts bij elkaar opgeteld Fkabel zijn. In de tekening hierboven staat met de stippellijntjes aangegeven hoe je dit kunt doen.

Als controle kun je daarna met de kopstaartmethode checken of de 2 spankrachten in de tekening opgeteld weer op Fkabel uitkomen. Hierna kun je de lengte van de getekende Fspan opmeten en omrekenen.