Vraag 1
De
frequentie kunnen we bepalen door de trillingstijd af te lezen uit de grafiek (zie hieronder). We zien dat 8 perioden 17,6 ms duren. Een periode is dus 17,6/8 = 2,2 ms. Hieruit volgt
f = 1/T =1 / 2,2·10
-3 = 454,5455 Hz
Afgerond een frequentie van 455 Hz.
Vraag 2
Het gaat hier om buis met openingen aan beide zijden. In een
open buis geldt dat er in de grondtoon een halve golflengte in de buis pas. Er geldt dus L = ½λ. De golflengte kunnen we berekenen met v=f·λ. De geluidssnelheid bij T = 20 °C vinden we in Binas tabel 15A (343 ms
-1). We vinden dan
λ = v/f
λ = 343/2,8·10
2 = 1,225 m
De lengte van de buis is de helft hiervan en dus 0,6126 m. Afgerond is dit 61 cm.
Vraag 3
Zie onderste afbeelding hieronder: In een buis die aan beide uiteinde open is past in de buis ½λ. In een buis met een gesloten en een open uiteinde (een
eenzijdig gesloten buis) past er in de grondtoon ¼λ in de buis. Als we de golflengtes in beide situatie vergelijken vinden we
λ
open = 2·L
λ
gesloten = 4·L
De golflengte is in de gesloten buis dus 2 keer zo groot. Uit f = v/λ volgt dan dat de frequentie twee keer zo laag is. De toon zal dus
lager klinken.