Inloggen

Noodstroom voor de Arena
havo 2023, 2e tijdvak, opgave 2




Vraag 6

Het gemiddelde stralingsvermogen per m2 is 7,5·102 W. Met een oppervlak van 7,2·103 m2 aan panelen betekent dit voor het totale vermogen aan opgevangen straling

Pstraling = 7,5·102 · 7,2·103 = 5,4·106 W

Met E=P·t kunnen we dan de totale energie uitrekenen. In 1,2·103 uur (4,32·106 s) betekent dit voor de totale stralingsenergie

Estraling = 5,4·106 · 4,32·106 = 2,3328·1013 J

Deze stralingenergie wordt met een rendement van 18% omgezet in elektriciteit

Eel = 0,18 · 2,3328·1013 = 4,19904·1012 J

Als we dit willen vergelijken met de 9,0 miljoen kWh die de Arena jaarlijks gebruikt moeten we dit eerst omrekenen van kilowattuur naar Joule. 1 kWh is 3,6·106 J (Binas tabel 5) dus

EArena = 3,6·106 · 9,0·106 = 3,24·1013 J

Voor het percentage hiervan dat door de zonnepanelen wordt opgewekt vinden we dan

4,19904·1012 / 3,24·1013 = 0,1296

Afgerond 13 % van de energie wordt dus opgewekt door de zonnepanelen.

Vraag 7

  • Voor de elektrische energie die nodig is voor de verlichting omgerekend naar Joule vinden we

    Eel = 3,6·106 · 1,3·103 = 4,68·109 J

    De verbrandingswarmte (stookwaarde) van diesel is 36·109 J·m-3. Voor het volume aan diesel dat nodig is voor deze energie vinden we dan (als er verder geen andere energiebronnen zijn)

    V = 4,68·109 / 36·109 = 0,13 m3

    Dit is gelijk aan 1,3·102 liter.
  • De werkelijke hoeveelheid diesel die nodig is, is hoger omdat het rendement niet 100% is. Er gaat energie verloren tijdens met omzetten van de verbrandingsenergie van de diesel naar elektrische energie.


Vraag 8

In de opgave staat dat Rverb toeneemt als de accu wordt geplaatst. De twee weerstanden staan in serie met elkaar dus de totale weerstand van de schakeling neemt toe wanneer de accu wordt overgeplaatst van de auto naar de superbatterij.

Als de totale weerstand groter wordt en de spanning gelijk blijft neemt volgens de wet van Ohm de stroomsterkte af dus de stroomsterkte in deze schakeling neemt dan af.

In een serieschakeling verdeelt de spanning zich over de weerstanden waarbij de over de grootste weerstand het grootste deel van de spanning staat. De totale spanning blijft gelijk maar een relatief groter gedeelte daarvan staat over Rverb dus de spanning over Rint in deze schakeling neemt dan af.

Als zowel de spanning als de stroomsterkte door Rint afnemen is het vermogen minder dus de warmteontwikkeling in Rint neemt dan af.

Vraag 9

  • Elke cel heeft een opslagcapaciteit van 31 Ah. Dit betekent dat de cel één uur (3600 s) lang een stroom kan leveren van 31 A bij een spanning van 3,0 V. Met E=p·t en P=U·I berekenen we hoeveel energie dit is

    Ecel = (U·I)·t

    Ecel = (3,0 · 31) · 3600 = 3,348·105 J

    In één accu zitten 192 aparte cellen. Voor de energie in één accu vinden we dan

    Eaccu = 192 · 3,348·105 = 6,428·107 J

    Afgerond is dit een energie per accu van 6,4·107 J
  • De totaal nodige energie is, omgerekend naar Joule

    Etotaal = 3,6·106 · 2,8·103 = 1,008·1010 J

    Voor het aantal accus dat nodig is vinden we dan

    aantal = 1,008·1010 / 6,428·107 = 156,8

    Er zijn dus afgerond 1,6·102 accus nodig.















Vraag over "Noodstroom voor de Arena"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Noodstroom voor de Arena

Op woensdag 22 mei 2024 om 15:10 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
Ik heb deze vraag gemaakt en in het correctievoorschrift staat de formule P=A * I. Wat is deze formule?

Wat ik heb gedaan is P= (7,5*10^3 * (7,20*10^3)) Dan had ik het totale vermogen van de zonnepanelen
Voor T heb ik gedaan (3600 * (1,2*10^3)). Toen deed ik E=P*T en kwam ik op 2,33*10^13 J uit.
Dat getal deed ik * 0,18 want dat is het rendement
Toen deed ik (9*10^6 * (3.6 * 10^6)) en dat was 3,24 *10 ^13

Toen deed ik E nuttig ((2,33 * 10^13) *0,18) : (3,24 * 10^3) *100% en daarmee kwam ik uit op 13%. Is dit ook goed want ik maak geen gebruik van P = A * I.

Erik van Munster reageerde op woensdag 22 mei 2024 om 17:26
Is prima hoor en je hebt P=A*I wél gebruikt. Namelijk toen je 7,5*10^2 keer 7,2*10^3 uitrekende. Dit is namelijk de intensiteit (I) keer het oppervlak (A).

(Je hoeft de formule niet altijd letterlijk op te schrijven)