Eerder gestelde vragen | Opbrengst van het foto-elektrisch effect
Op vrijdag 26 jan 2024 om 12:52 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
In vraag 27 wordt als argument gebruikt dat de golflengte bepaalt of er een foto-elektrisch effect is. Maar is dit dan een bewijs dat licht deeltjes zijn, aangezien golven ook gewoon een golflengte hebben?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 26 jan 2024 om 14:23
Het fotoelektrsich effecrt kan verklaard worden door aan te nemen dat licht gequantiseerd is (losse energie pakketjes). Stel dat dit niet zo was: Dan zou je bij een hoeveelheid licht die géén fotoelektrisch veroorzaakt de energie kunnen verhogen door een grotere intensiteit te schijnen waardoor de energie toeneemt totdat de energie wel groot genoeg is om wél elektronen vrij te maken.
Dit is niet zo: verhogen van de intensiteit geeft wel meer energie maar kennelijk is het niet de totale energie maar de onderverdeling van energie in losse pakketjes van belang. Die 'hoeveelheidjes' energie zijn later fotonen gaan heten. Fotoelektrisch effect kan niet verklaard worden als je licht als gewone golf ziet, en wel als je aanneemt dat het uit fotonen bestaat.
(Succes maandag)
Op dinsdag 2 apr 2019 om 21:02 is de volgende vraag gesteld
Beste erik,
Klopt het dat in een I,U karakteristiek dat als er staat het vermogen wordt 2x zo hoog dat dit in principe hetzelfde inhoudt als de intensiteit neemt 2x zo veel toe? Waarom kan je dat eigenlijk allebei zeggen?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 2 apr 2019 om 23:39
Dat hangt er van af welk vermogen je bedoeld. Dat van het licht dat op de fotoelektrische cel valt? Als het vermogen van het licht 2x zo hoog wordt, dan betekent het dat de intensiteit ook 2x zo hoog wordt.
Op zondag 24 mrt 2019 om 16:59 is de volgende vraag gesteld
Een vraagje over 29:
Ik begrijp niet wat ze bedoelen met de grensgolflengte? Bij mij komt er zo iets op van als de golflengte groter is dan de golflengte dan houdt het op ofzo, maar dit is natuurkundig niet concreet natuurlijk.....
Erik van Munster reageerde op zondag 24 mrt 2019 om 18:59
Grensgolflengte is de golflengte waarbij fotonen nog nét genoeg energie hebben om elektronen vrij te maken (Efoton=Euittree). Als de golflengte kleiner is dan deze grensgolflengte treedt het fotoelektrisch effect op. Als de golflengte groter is de energie te klein en treedt het niet op.
Op zondag 24 mrt 2019 om 16:47 is de volgende vraag gesteld
Een vraagje over 27:
Ik begrijp het problematiek hier niet. In de vraagstelling vragen ze zich waarom het foto-elektrisch effect "toch" een bewijs levert voor het individuele deeltjeskarakter van fotonen. Ik begrijp niet wat het probleem is.
Op zondag 24 mrt 2019 om 16:52 is de volgende reactie gegeven
1% van 0,3984% = 0,03984 %
Hierboven staat verkeer in uitwerking van vraag 28. Dit moet het zijn:
1% van 0,3984% = 0,003984 %
(u mist een nul)
Erik van Munster reageerde op zondag 24 mrt 2019 om 19:09
Het fotoelektrisch effect kun je verklaren door aan te nemen dat fotonen “energiepakketjes” (deeltjes) zijn met een vast hoeveelheid energie.
Als je aanneemt dat licht een golf is kun je het fotoelektrisch effect niet verklaren.
Daarom is het fotoelektrisch effect ren aanwijzing dat licht als een stroom deeltjes moet worden gezien.
Klopt: het moet 0,003984 % zijn. Ik ga het verbeteren.
Op maandag 26 mrt 2018 om 22:57 is de volgende vraag gesteld
"in figuur 2 is te zien dat de stroom die er gaat lopen inderdaad niet meer verder stijgt boven bij groter wordende spanning maar afvlakt". Maar als je goed kijkt stijgt de stroom toch nog wel? ik weet dat dit miniscuul is maar ik had dit wel meegenomen in mijn antwoord. licht dit aan mij of de onduidelijkheid van de figuur?
Op maandag 26 mrt 2018 om 23:02 is de volgende reactie gegeven
Ik ben daarnaast erg slecht in het afleiden van formules zoals bij vraag 25. Is er een manier om hier een beter inzicht in te krijgen? een plan van aanpak, stappenplan of een bepaalde gedachtegang?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 27 mrt 2018 om 10:45
Klopt, in figuur 2 staan alleen de meetpunten en staat geen grafiek (vloeiende lijn). Je kunt het dus inderdaad niet precies zien dat het afvlakt en kunt de maximale stroom dus niet supernauwkeurig aflezen. Als dit een echte examenvraag geweest zou zijn zou je bij je antwoord wel een bepaalde marge mogen hebben.
Erik van Munster reageerde op dinsdag 27 mrt 2018 om 10:49
Voor het afleiden van formules is helaas niet één recept te geven. Het help als je een beetje handig bent met wiskunde en het omschrijven van formules (zie bijvoorbeeld opgave 20 in AlgemeenVWO bij "oefenen" in het menu hierboven).
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat je altijd alle puzzelstukjes krijgt: Met formules die in de opgave staan, formules uit BINAS en een beetje logisch nadenken moet je er altijd uit kunnen komen.
Op maandag 3 apr 2017 om 17:24 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
Een aantal vragen over de opgave.
b) ik kan de formules die gebruikt worden bij het afleiden niet vinden in binas.
c) de berekening van Ef begrijp ik, maar waar blijft de e bij het omschrijven van de formule van nQ?
f) waar vind je de waarde voor Wu?
Erik van Munster reageerde op maandag 3 apr 2017 om 17:44
b) Ze bedoelen denk ik P=E/t en I=Q/t en dat je daardoor op het idee komt om het zo af te leiden. (staan in tabel 35-A4 en 35-D1).
c) e is de grootte van de elektronlading (1,602*10-19)^. Als je van Joule naar eV gaat dan deel je door hetzelfde getal dus daar valt e weg.
f) Wu is de uittree-energie. Je kunt hem berekenen door de energie uit te rekenen in eV die hoort bij een golflengte waarbij er nog nét stroom loopt: 277 nm. Je vindt dan 4,48 eV. Zo staat het ook in BINAS tabel 24.