Inloggen

Parkeren in de ruimte
vwo 2022, 3e tijdvak, opgave 2

Vraag 5

  • Voor de middelpuntzoekende kracht geldt (Binas tabel 35-A2)

    Fmpz = m·v2 / r

    Voor de baansnelheid (zelfde tabel) geldt

    v = 2π·r/T

    Wanneer we v invullen in de eerste formule vinden we

    Fmpz = m·(2π·r/T)2 / r

    Fmpz = m·4π2·r2 / (r·T2)

    Fmpz = 4π2·m·r / T2

  • De Fmpz wordt geleverd door de gravitatiekracht van de zon en de aarde. In Lagrangepunt L1 is de gravitatiekracht die de aarde op de satelliet uitoefent juist de andere kant op: weggericht van het middelpunt. Als de gravitatiekracht van de aarde zou wegvallen zal de resulterende kracht op de satelliet groter zijn en zal Fmpz dus ook groter zijn. Volgens de formule betekent dit een grotere baanstraal (r) en dus zou SOHO verder van de zon komen.





Als je de complete uitleg bij de examenopgaven wil zien moet je eerst inloggen.




Vraag over "Parkeren in de ruimte"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Parkeren in de ruimte

Op vrijdag 12 mei 2023 om 15:00 is de volgende vraag gesteld
Hoezo word Fmpz groter als baanstraal(r) groter wordt bij vraag 9? r staat onder de deelstreep dus wordt Fmpz toch juist kleiner als r groter wordt.

Erik van Munster reageerde op vrijdag 12 mei 2023 om 15:30
Klopt als je alleen naar de formule voor Fmpz op basis van de baansnelheid (v), massa (m) en baanstraal (r) kijkt: daar staat r inderdaad in de noemer.

Maar bij deze opgave gebruik je de formule voor Fmpz die in de opgave zelf staat. Daar staat r boven de deelstreep dus hoe groter r hoe groter Fmpz.


Bekijk alle vragen (2)



Op maandag 8 mei 2023 om 14:33 is de volgende vraag gesteld
Hoezo tel je bij de middelpuntzoekende kracht niet de afstand van de satteliet tot de zon de straal van de zon op?
Bij vraag 6?

Erik van Munster reageerde op maandag 8 mei 2023 om 19:08
Omdat de afstand van 148 miljoen kilometer die in de opgave gegeven staat al de afstand van tot het middelpunt is. Dit staat er in de opgave niet duidelijk bij maar eigenlijk zijn alle soort afstanden, ook die in Binas tabel 31, altijd gegeven vanaf het middelpunt.

Enige wanneer je hier wél aan zou moeten denken is als de "hoogte ten opzichte van het oppervlak" gegeven of gevraagd wordt. Dan is de afstand wél ten opzichte van het oppervlak en niet vanaf het middelpunt.

(Overigens maakt het voor je antwoord niks uit. De grootte van de zon is verwaarloosbaar ten opzichte van de afstand en het afgeronde eindantwoord zou hetzelfde zijn)