Inloggen

Plantenspuit
vwo 2009, 1e tijdvak, opgave 5







Vraag over "Plantenspuit"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Plantenspuit

Op vrijdag 11 nov 2022 om 18:39 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik
Hoe kom je aan de waardes van de druk in tabel 19?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 11 nov 2022 om 19:28
Die waardes kun je berekenen met de wet van Boyle (p*V=constant, zie de videoles “gaswetten”).

Uit de gegevens in de vraag blijkt dat in 20s het volume lucht toeneemt met 20*0,15mL = 0,3 L. Het volume neemt dus toe van 3,5 naar 3,8 L. Dit is een factor 3,8/3,5 = 1,0857. De druk neemt dus ook af met deze factor en wordt dus 2,0 / 1,0857 = 1,84 bar.


Op woensdag 24 apr 2019 om 14:49 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 18 staat: bij een tweemaal zo grote druk zit er tweemaal zoveel lucht in de tank.
Ze zeggen hier alleen dat T constant is.
Ik had als volgende toen:
p1 x V1 / n1 = p2 X V2 / n2
Als je ervan uit gaat dat p x V = constant krijg je,
1x10^-5 x 3,50x10^-3 = 2,00x10^5 x V2
Voor V2 krijg je dan 1,75 m3 = 1750 liter...
Ik snap niet waarom nu juist de druk toeneemt bij een hoger volume?

Erik van Munster reageerde op woensdag 24 apr 2019 om 15:10
Vraag 18 gaat over het pompen van lucht in de plantenspuit. Het volume van de lucht boven het water blijft hierbij gelijk. De druk neemt toe doordat er bij elke pompslag meer luchtmoleculen bijkomen. Om de druk 2 keer zo hoog te maken moet nog een keer een volume van 3,5 Liter buitenlucht worden bijgepompt.

Maar het volume waarin dat 2 keer zo grote aantal luchtmoleculen zit verandert niet en is dus nog steeds 3,5 L.

Kortom: n neemt toe, V blijft constant.


Op dinsdag 23 apr 2019 om 17:21 is de volgende vraag gesteld
Ook hier loop ik tegen hetzelfde aan... Hoe weet je bij vraag 19 dat n constant blijft? Ze geven aan dat de temperatuur constant blijft, maar als er telkens water uit gaat, dan blijft het aantal moleculen toch niet constant?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 23 apr 2019 om 17:43
Deze vraag gaat over de lucht die boven het water zit. Als er eenmaal lucht is ingepompt is dit een afgesloten hoeveelheid lucht (zolang er niet gepompt wordt). Er komen dan dus geen luchtmoleculen bij en er gaan ook geen luchtmoleculen weg. (Wel watermoleculen maar daar gaat deze vraag niet over).