Inloggen

PWM
havo 2019, 2e tijdvak, opgave 4




Vraag 19

In beide standen geldt dat er steeds twee weerstanden in serie aangesloten staan op de batterij. In een serieschakeling verdeelt spanning zich zo dat de grootte van de deelspanning evenredig is met de grootte van de weerstand. Over de grootste weerstand staat dus de grootste spanning. In het schema in figuur 2 is te zien dat de LED parallel aan R1 staat in stand 1 en dat de spanning over de LED hetzelfde is als de spanning over R1. In stand 1 brandt de LED feller en dat betekent dat de spanning over R1 groter is dan de spanning die over R2 zou staan in stand 2. R1 is dus groter.



pwm-1




Als je de complete uitleg wil zien moet je eerst inloggen.






Vraag over "PWM"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | PWM

Op zaterdag 3 mei 2025 om 14:34 is de volgende vraag gesteld
Goedemiddag Erik, bij vraag 22 heb ik niet gewerkt met de oppervlakte onder de grafiek. In plaats daarvan heb ik gekeken naar het vermogen: volgens figuur 6 levert de schakeling van figuur 2 3,15 W, en dat is minder dan het vermogen van de PWM, die volgens figuur 6 4,17 W levert. Omdat het vermogen bij de PWM hoger is, levert deze dus ook meer energie (volgens de formule energie = vermogen × tijd). Is dit oké of moest je echt werken met de oppervlakte onder de grafiek?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 3 mei 2025 om 15:08
Klopt dat het vermogen van de PWM LED hoger is. Maar dat is alleen zo als ie aan staat. In de grafiek zie je dat ie maar 3 ms van de 9 ms aan is en de rest van de tijd uit staat. Op die momenten gebruikt ie dus geen energie en daarom is het gemiddelde vermogen lager.

Kortom, je hoeft niet perse de hokjes te tellen maar je moet in je antwoord wél iets doen met de tijd dat de PWM-LED aan of uit is.

Tanicha Hunte reageerde op zaterdag 3 mei 2025 om 18:00
Oké ik snap het dank u wel


Op vrijdag 14 mrt 2025 om 10:26 is de volgende vraag gesteld
Ik dacht dat bij vraag 1 gold dat hoe groter de stroomsterkte, hoe feller een lamp scheen, is dat niet zo? Ligt het altijd aan hoe groot de spanning is?

Op vrijdag 14 mrt 2025 om 10:27 is de volgende reactie gegeven
vraag 19* sorry

Erik van Munster reageerde op vrijdag 14 mrt 2025 om 17:14
Klopt: hoe groter de stroomsterkte hoe feller een lamp schijnt. Maar om veel stroom door iets te laten lopen heb je een hoge spanning nodig. (Zonder spanning geen stroom)

Vandaar dat je moet kijken naar de spanning die over de LED komt te staan.


Op vrijdag 14 mei 2021 om 15:52 is de volgende vraag gesteld
Hallo!
Had vraag 22 ook op hetzelfde antwoord uitgekomen met berekeningen?
Zo ja, hoe had dit gemoeten?

Op vrijdag 14 mei 2021 om 16:41 is de volgende reactie gegeven
Ja, had ook met een berekening gekund (maar hoeft hier niet):

Als je kijkt naar het blauwe gedeelte in de grafiek. Er wordt hier 3,0 ms een vermogen van 4,7 W gebruikt. De verbruikte energie is dan (met E = P*t)

4,7 * 3,0*10^-3 = 0,0141 J

Als we hetzelfde doen met het rode gedeelte van de grafiek vinden we 9,0 ms en een vermogen van 3,2 W. De verbruikte energie is

3,2 * 9,0*10^-3 = 0,0288 J

De serieschakeling gebruikt dus meer energie. De PWM is dus zuiniger.