Vraag 1
Bij een
eenparige beweging geldt v = s/t. Voor de tijd vinden we dan, als we de snelheid in mijl per uur en de afstand in mijl invullen
t = s/v
t = 1,000000 mijl / 183,932 mijl per uur
t = 5,43679·10
-3 uur
Omgerekend naar seconden is dit
t = (60·60) · 5,43679·10
-3 = 19,572451 s
Afgerond op 6
significante cijfers is dit 19,5725 s.
Vraag 2
- Het frontaal oppervlak kunnen we bepalen aan de hand van het vooraanzicht in de bijlage (zie hieronder). De diameter van het voorwiel is 0,46 m. In de afbeelding zijn dit 6 hokjes (hieronder in het blauw). Dit betekent dat lengte en breedte van een hokje gelijk is aan 0,46 / 6 = 0,076667 m. Voor het oppervlak van één hokje vinden we dan 0,0766672 = 0,005877 m2. Het totaal aantal hokjes in het vooraanzicht is 54 hokjes (zie hieronder). Het totale frontale oppervlak is dan dus
54 · 0,005877 = 0,31736 m2
Afgerond op twee cijfers is dit 0,32 m2. - Luchtwrijving berekenen we met Fw,l = ½·ρ·cW·A·v2. De gegevens uit de opgave en de vorige deelvraag zullen we hier in
ρ = 1,1 kgm-3
cW = 0,70
A = 0,31736 m2
v = 82,2 ms-1
We vinden dan
Fw,l = ½·1,1·0,70·0,31736·(82,2)2 = 825,575 N
Afgerond op twee cijfers is dit 8,3·102 N
Vraag 3
Voor het benodigde
vermogen (P) voor het rijden met een bepaalde snelheid (v) geldt P = F·v. Voor voorwaarste kracht die Denise moet uitoefenen vinden we dan
F = P/v = 700 / 82,2 = 8,5158 N
Afgerond is dit een kracht van 8,5 N.
Vraag 4
Voor het bepalen van de snelheid op een bepaald moment uit een x,t-grafiek tekenen we een
raaklijn op het moment van loskoppelen (zie hieronder). Dit is bij s = 1,609 km. Uit de raaklijn lezen we af Δs = 8,2 km en Δt = 2,43 min. Voor de snelheid op dit moment vinden we dan
v = Δs / Δt = 8,2 / 2,43 = 3,3745 km/min
Omgerekend naar km/h is dit
3,3745·60 = 202,469 km/h
Afgerond is dit 2,0·10
2 km/h.
Vraag 5
Als we aannemen dat de beweging
eenparig vertraagd is vinden we voor de gemiddelde snelheid tijdens het afremmen
v
gem = ·(82,2 + 50) = 66,1 m· s
-1Voor de tijd die Denise doet over de 1,5 km met deze gemiddelde snelheid vinden we dan
t
rem = 1500 / 66,1 = 22,6929 s
Voor de grootte versnelling vinden we dan met a = Δv/Δt
a = (82,2 - 50) / 22,6929 = 1,4189 m·s
-2Met de
tweede wet van Newton (F=m·a) vinden we dan
F = 71 · 1,4189 = 100,75 N
Afgerond is dit een kracht van 1,0·10
2 N.