Inloggen

Solderen
havo 2021, 3e tijdvak, opgave 3




Vraag 13

Het 'zacht soldeer' dat gebruikt wordt moet een temperatuur hebben die hoger is dan zijn eigen smeltpunt maar lager dan het messing dat ermee gesoldeerd wordt. Temperatuur moet dus liggen tussen de smeltpunten van zacht soldeer en messing in. In Binas tabel 9 vinden we

Tsmelt, soldeer = 490 K

Tsmelt, messing = 1170 K

Vraag 14

In de soldeerbout loopt een stroom van 15 A bij een elektrisch vermogen van 90 W. Met P =U·I kunnen we uitrekenen bij welke spanning deze stroom loopt. We vinden dan

U = 90/15 = 6,0 V

Dit betekent dat de spanning van het stopcontact (230 V) eerst omlaag gebracht is met een transformator naar 6,0 V.

Vraag 15

De 15 A en het vermogen van 90 W worden geleverd nádat de transformator gepasseerd is. Uit het stopcontact moet dus een vermogen komen dat iets hoger ligt om het feit dan het rendement van de transformator niet 100% is te compenseren.

Vraag 16

We berekenen eerst hoeveel warmte-energie er nodig is om de tip te verwarmen met de soortelijke warmte van koper (Binas tabel 8).

Q = c·m·ΔT

We vullen in

ckoper = 0,387·103J/kg·K
m = 0,050 kg
ΔT = 380 °C (400 - 20)

en vinden dan

Q = 7353 J

Het geleverde vermogen is 90 W. Dit betekent dat er per seconde 90 J geleverd wordt. In totaal is de benodigde tijd voor het verwarmen dan dus

7353 / 90 = 81,7 s

Dit is afgerond 82 s.

Vraag 17

  • De tang is bedoeld om warmte snel weg te voeren van het te solderen materiaal. Warmtetransport gaat binnen een metaal altijd via warmtegeleiding. Dit betekent: De warmtegeleidings­coefficient van de punt van de tang moet groot zijn.
  • Het is gunstig als het opwarmen van de tang veel energie kost want dat betekent dat het te solderen metaal veel warmte afstaat aan de tang en daardoor afkoelt. Maar een grote soortelijke warmte betekent ook dat de tang minder warm wordt en dat het warmtetransport binnen de tang minder snel zal verlopen. De soortelijke weerstand van de punt van de tang is niet van belang.













Vraag over "Solderen"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Solderen

Op woensdag 20 nov 2024 om 10:34 is de volgende vraag gesteld
Q = c·m·ΔT
ckoper = 0,387·103J/kg·K
m = 0,050 kg
ΔT = 380 °C (400 - 20)
Q = 7296 J Als ik dit invul in mijn rekenmachine dan krijg ik 7353 doe ik iets fout of klopt het antwoord niet?

Alvast bedankt;)

Erik van Munster reageerde op woensdag 20 nov 2024 om 14:24
Je doet het goed hoor. Is inderdaad 7352 J. Heb het net verbeterd in de uitleg.