Inloggen

Temperatuursensor maken
vwo 2010, 1e tijdvak, opgave 6

























Vraag over "Temperatuursensor maken"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Temperatuursensor maken

Op zondag 20 nov 2022 om 11:25 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Ik loop tegen iets aan. In een serieschakeling blijft de stroomsterkte over de componenten hetzelfde. Bij vraag 23 staat in de correctievoorschrift 'Als de temperatuur hoger wordt, daalt de weerstand van de NTC. Hierdoor daalt ook de spanning over de NTC.' Als je kijkt naar U=RxI is dat wel logisch. Blijft de I in dit geval nog steeds hetzelfde?
Volgens de formule is het logisch dat U kleiner wordt zodra de weerstand lager wordt. Alleen als de weerstand lager wordt, dan houdt het minder goed stroom tegen waardoor er eigenlijk toch juist meer spanning kan lopen?

Erik van Munster reageerde op zondag 20 nov 2022 om 12:04
Als de weerstand (en dus ook de spanning) van de NTC dalen verandert ook de stroomsterkte. De stroomsterkte zal dus veranderen. In een serieschakeling is de stroom door beide componenten gelijk maar deze stroomsterkte van wel veranderen, namelijk als de totale weerstand verandert zoals hier.


Delihla de Bruin vroeg op woensdag 12 mei 2021 om 20:44
Beste Erik,

Ik heb een aantal vragen met betrekking tor opdracht 24, namelijk: Waarom gebruik je bij vraag 24 P=I^2*R en niet P=U*I en wat is nou precies het verschil tussen deze twee formules? Hangt het gebruik van de formule in dit geval alleen af van welke waardes je hebt of van nog meer factoren?

Groetjes,
Delihla

Erik van Munster reageerde op woensdag 12 mei 2021 om 20:57
Je moet in vraag 24 uitrekenen wat I is. Dat kan met P=U*I als je de spanning (U) weet maar die weet je hier niet. Met P=U*I kom je er niet uit dus.

Je weet wél de weerstand (R) en uit de wet van Ohm volgt U=I*R.

Als je de U in de formule P=U*I hierdoor vervangt krijg je

P = (I*R) * I

P = I^2 * R

Daarmee kun je zonder dat je U weet toch I uitrekenen.


Op dinsdag 23 mrt 2021 om 11:01 is de volgende vraag gesteld
Dag meneer,
Ik begrijp de vraag niet. Hoe kan je weten dat de grafieken zo lopen op basis van de getekende schakelingen?
Alvast bedankt.

Erik van Munster reageerde op dinsdag 23 mrt 2021 om 16:04
Daar kom je achter door even goed naar de schakelingen te kijken.

In schakeling A zie je dat de NTC direct op de batterij zit aangesloten. De spanning wordt dus niet verdeeld en is dus gelijk aan 5,0 V. Als de temperatuur verandert verandert de weerstand van de NTC en zal de stroom die erdoor loopt veranderen maar de spanning blijft 5,0 V. Grafiek is dus een horizontale lijn.

In schakeling B en C staat de NTC in serie met een weerstand. Dit betekent dat de spanning zich verdeelt tussen de weerstand en de NTC waarbij het totaal steeds 5,0 V is. Dus geldt

Uweerstand + Untc = 5,0

Grafieken van B en C zijn dus elkaars spiegelbeeld zodanig dat de som van de twee spanningen steeds 5,0 is.

Op woensdag 24 mrt 2021 om 16:13 is de volgende reactie gegeven
Bedankt!


Op vrijdag 20 jul 2018 om 13:25 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik, waarom wordt bij vraag 1 de lijn die bij A hoort horizontaal getekend? Als de temperatuur toeneemt zal de weerstand van de NTC toch dalen, waarom blijft de spanning U dan bij elke waarde van de temperatuur (en dus weerstand) gelijk?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 20 jul 2018 om 15:26
Zoals je in het schema kunt zien, zitten bij A de twee aansluitpunten direct met de twee polen van de batterij verbonden. De spanningsmeter zal dan dus de batterijspanning aangeven en de waarde van de weerstand van de NTC maakt daarbij niks uit.

De waarde van de NTC is wél van belang voor de stroom die er gaat lopen maar daar gaat het in deze opgave niet over.


Maha Mahdi vroeg op zaterdag 21 apr 2018 om 12:49
Hallo,
Ik snap nog steeds niet hoe ze bij het antwoord van vraag 4 komen. Zou u mij dit willen uitleggen?

Maha

Erik van Munster reageerde op zaterdag 21 apr 2018 om 17:41
Welke vraag bedoel je? Vraag 22,23,24 of 25?

Maha Mahdi reageerde op zaterdag 21 apr 2018 om 17:49
Mijn excuses. Ik heb de pilotversie gemaakt waardoor het verschilt.. ik bedoelde deze opgave:

"Jeroen wil zijn temperatuursensor gaan gebruiken in zijn computer. De temperatuur mag daar niet boven 25 °C komen. Daarom wil Jeroen een automatisch systeem met een ventilator in de computerkast bouwen. Om dit koelsysteem te ontwerpen, bouwt Jeroen eerst een automatische schakeling op een systeembord. Deze schakeling moet voldoen aan de volgende eisen:
− De ventilator moet gaan draaien als de temperatuur in de computer boven
de 25 °C komt.
− De ventilator moet blijven draaien zolang de temperatuur hoger is dan 25 °C. − Als de temperatuur onder de 25 °C komt, moet de ventilator nog 20 s doordraaien.
In de figuur op de uitwerkbijlage is een gedeelte van het ontwerp weergegeven. 5p 4 Maak het ontwerp af, zodat het voldoet aan de eisen die Jeroen gesteld heeft."

Erik van Munster reageerde op zaterdag 21 apr 2018 om 18:16
Het lijkt erop dat dit een opgave is over digitale elektronica en systeemborden. Dit is iets wat niet meer in het huidige examenprogramma zit (alleen als keuzeonderwerp bij de HAVO). Je hoeft dit dus niet te kunnen voor het centraal examen.

Als je toch wil dat ik je help, mail me even de opgave zelf (mét de uitwerkbijlage). Kan ook gewoon via mail (zie contact hierboven).