Inloggen

Theaterverlichting
havo 2022, 3e tijdvak, opgave 5




Vraag 25

Voor de stilhangende balk geldt de hefboomwet. Dit betekent dat het moment uitgeoefend door de zwaartekracht in het zwaartepunt Z even groot is als het moment uitgeoefend door de spankracht in kabel II. Er geldt dus

Fspan II·rII = Fz·rz

Fspan II = Fz · rz/rII

Als we de armen opmeten in de afbeelding (zie onder) vinden we dat de arm rII 6,1 keer zo groot is als arm rz. Dit betekent dat rz/rII = 1/6,1 = 0,1639. We vinden dan

Fspan II = 230·9,81 · 0,1639 = 369,81 N

Afgerond is dit een kracht van 3,7·102 N.





Als je de complete uitleg bij oudere examenopgaven wil zien moet je eerst inloggen.






Vraag over "Theaterverlichting"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Theaterverlichting

Op dinsdag 2 mei 2023 om 20:16 is de volgende vraag gesteld
Hallo, waarom wordt de arm van R2 doorgetrokken tot de werklijn van D, en niet tot het zwaartepunt? Mvg Karsten

Erik van Munster reageerde op dinsdag 2 mei 2023 om 21:02
R2 is de arm die hoort bij spankracht B en is dus de afstand van het draaipunt (D) en de werklijn van spankracht B.

(Het zwaartepunt (Z) hoort bij de andere kracht (Fz) en heeft niks met R2 te maken)