Inloggen

Trekkertrek
vwo 2013, 2e tijdvak, opgave 4
























Zelf modelberekeningen doen met de modellen uit deze opgaven?
Kijk op natuurkundeuitgelegd.nl/modelleren



Vraag over "Trekkertrek"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Trekkertrek

Op maandag 8 mei 2023 om 22:34 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik, mag je bij vraag 14 ook de afstand bepalen mbv de formule s = v x t. en dan mbv een raaklijn de formule invullen. Ik kom dan uit op 10 x 8 = 80 m dus geen full pull

Erik van Munster reageerde op maandag 8 mei 2023 om 22:58
Nee, helaas. s = v*t kun je alleen gebruiken als de snelheid constant is. Dit is hier duidelijk niet zo en dat betekent dat je niet zomaar een snelheid op een bepaald moment met een raaklijn kunt bepalen. Je zou dan voor v de gemiddelde snelheid moeten nemen maar die weet je niet.

Hier kun je alleen de oppervlakte onder de v,t-grafiek gebruiken om de afgelegde afstand te bepalen.


Op zondag 9 dec 2018 om 15:14 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik,
Ik snap niet helemaal dat ze bij opdracht 15 de Fnwiel niet betrekken bij het antwoord. Ik dacht zelf namelijk dat de Fz de Fn opheffen dus dat het Fzsleepwagen + Fzballastblok - Fn, slee - Fn, wiel was. Hoezo laten ze de Fn, wiel weg?

Erik van Munster reageerde op zondag 9 dec 2018 om 20:36
(Zie vraag hieronder) Vraag 15 gaat over de versnelling van de trekker in horizontale richting. Fn en Fz werken allebei verticaal en hebben geen invloed op de versnelling. Vandaar...


Op vrijdag 4 mei 2018 om 17:05 is de volgende vraag gesteld
Is het zo dat bij vraag 15 de Fz en de Fn elkaar opheffen en dat je er daarom heen rekening mee hoeft te houden?

Ik had namelijk:

Fres = Ftrek - Frol - Fz, waarbij Frol gelijk is aan de gegeven Fw die je kan lezen uit het figuur.

Zo ja, hoe kan je merken aan een opgave dat de Fz wordt opgeheven?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 4 mei 2018 om 18:56
Vraag 15 gaat over de aandrijfkracht en versnelling in horizontale richting en de wrijvingskracht die de trekker ondervindt (ook in horizontale richting). De krachten in verticale richting (Fz en Fn) heffen elkaar inderdaad op en spelen (bij deze vraag) geen rol.

In het algemeen geldt: Als een voorwerp alleen in horizontale richting beweegt of versnelt is de kracht in verticale richting altijd 0 en wordt Fz dus opgeheven door een andere kracht.


Nadine van de Brug vroeg op zondag 22 apr 2018 om 21:37
Ik snap vraag 17 niet helemaal. Waarom neemt de normaal kracht op het wiel af en blijven de zwaartekracht van de sleepwagen en het ballastblok gelijk?

Erik van Munster reageerde op zondag 22 apr 2018 om 22:13
Dag Nadine,

De totale normaalkracht die nodig is om de zwaartekracht van de sleepwagen en het blok te compenseren is verdeeld over het wiel en de slee.

Welke van de twee (het wiel of de slee) het grootste deel voor zijn rekening neemt hangt af van de positie van het ballastblok. Als het blok naar de voorkant verschuift neemt het relatieve aandeel van de normaalkracht van de slee toe en die van het wiel af. De totale normaalkracht blijft dus wel gelijk.


Op donderdag 8 mrt 2018 om 11:58 is de volgende vraag gesteld
Hoe komen ze bij vraag 19 op die antwoorden? Er staat namelijk geen uitleg bij

Erik van Munster reageerde op donderdag 8 mrt 2018 om 14:13
De optimale kettingfactor kun je aflezen uit de grafiek die op de uitwerkbijlage staat. Er staat namelijk in de tekst dat een "full pull" mogelijk moet zijn én dat de trekker zo hard mogelijk zijn best moet doen. Je moet dus per massa de kettingfactor hebben waarbij je nét 100 m kunt bereiken. Bij de bovenste grafiek is dit bij 0,12 en bij de onderste bij 0,09.


Op vrijdag 12 mei 2017 om 20:17 is de volgende vraag gesteld
Beste,

Ik snap vraag 16 niet, wat die r betekent en hoe je die kan afleiden.

Erik van Munster reageerde op vrijdag 12 mei 2017 om 23:02
Voor deze opgave heb je de momentenwet nodig. Momenten zitten niet meer in het huidige VWO examenprogramma en hoef je niet te kennen als je dit jaar examen doet. Vandaar waarschijnlijk dat het je niet bekend voorkomt: De grootheid r wordt de arm genoemd: de afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt.arm van een kracht.