Vraag over "Warming-up"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekersEerder gestelde vragen | Warming-up
Op maandag 28 okt 2024 om 09:52 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
ik vind het bepalen van krachten erg moeilijk bij opgave 20, hoe kan ik dat het best aanpakken
Erik van Munster reageerde op maandag 28 okt 2024 om 10:48
Dit is een opgave over momenten (draaikrachten). Hoort tegenwoordig niet meer bij de VWO-examenstof.
Als je meer wil weten over momenten: zie de videolessen hierover onder het kopje “Krachten”. Als je hier wat mee geoefend hebt herken je op een gegeven moment draaipunt en armen en weet je ook hoe je de kracht kunt uitrekenen.
Hallo,
ik vind het bepalen van krachten erg moeilijk bij opgave 20, hoe kan ik dat het best aanpakken
Erik van Munster reageerde op maandag 28 okt 2024 om 10:48
Dit is een opgave over momenten (draaikrachten). Hoort tegenwoordig niet meer bij de VWO-examenstof.
Als je meer wil weten over momenten: zie de videolessen hierover onder het kopje “Krachten”. Als je hier wat mee geoefend hebt herken je op een gegeven moment draaipunt en armen en weet je ook hoe je de kracht kunt uitrekenen.
Op dinsdag 7 mei 2024 om 09:48 is de volgende vraag gesteld
Dag,
Ik begrijp vraag 23 niet helemaal. Waarom wordt de berekening voortgezet met de afstand en snelheid na 8 seconden, dus met 28 m en 1,4 m/s? En waarom is het niet mogelijk om na 8 seconden de oppervlaktemethode toe te passen? Bijvoorbeeld, 2,8 hokjes hoogte x 6,5 hokjes breedte x 0,5 m = 9,1 m. Er lijkt een aanzienlijk verschil te zijn ten opzichte van de opgave.
Erik van Munster reageerde op dinsdag 7 mei 2024 om 12:04
Na 8,0 s is er nog maar 22 m van de 50 afgelegd. En de vraag is dus hoe lang het nog duurt voor er 50 m is afgelegd. Dit zou je inderdaad op zich best met de hokjesmethode kunnen doen door hokjes te tellen totdat je op 50 m in totaal zit (100 hokjes). Alleen loopt de grafiek daarvoor niet ver genoeg door. Vandaar dat het met s=v*t moet.
Dag,
Ik begrijp vraag 23 niet helemaal. Waarom wordt de berekening voortgezet met de afstand en snelheid na 8 seconden, dus met 28 m en 1,4 m/s? En waarom is het niet mogelijk om na 8 seconden de oppervlaktemethode toe te passen? Bijvoorbeeld, 2,8 hokjes hoogte x 6,5 hokjes breedte x 0,5 m = 9,1 m. Er lijkt een aanzienlijk verschil te zijn ten opzichte van de opgave.
Erik van Munster reageerde op dinsdag 7 mei 2024 om 12:04
Na 8,0 s is er nog maar 22 m van de 50 afgelegd. En de vraag is dus hoe lang het nog duurt voor er 50 m is afgelegd. Dit zou je inderdaad op zich best met de hokjesmethode kunnen doen door hokjes te tellen totdat je op 50 m in totaal zit (100 hokjes). Alleen loopt de grafiek daarvoor niet ver genoeg door. Vandaar dat het met s=v*t moet.
Op zondag 2 jun 2019 om 16:43 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
Ik heb een vraag over opgave 20. Er wordt namelijk over een aantal mm's gesproken in de uitwerkingen, kunt u mij uitleggen waarom deze meegenomen moeten worden? En hoe deze bepaald zijn?
Alvast bedankt!
Met vriendelijke groeten,
M.
Erik van Munster reageerde op zondag 2 jun 2019 om 17:31
Dit zijn (net als in je vorige vraag) de “armen” (r) van de krachten. Hier kom je achter door het op te meten in de uitwerkbijlage: je meet de horizontale afstand van S tot Fz en de horizontale afstand van S tot Fhand.
Je hoeft niet om te rekenen naar de “echte” afstand omdat het om de verhouding tussen de twee armen gaat.
(Zie ook de videolessen over “Momenten” onder het kopje “Krachten”)
Hallo,
Ik heb een vraag over opgave 20. Er wordt namelijk over een aantal mm's gesproken in de uitwerkingen, kunt u mij uitleggen waarom deze meegenomen moeten worden? En hoe deze bepaald zijn?
Alvast bedankt!
Met vriendelijke groeten,
M.
Erik van Munster reageerde op zondag 2 jun 2019 om 17:31
Dit zijn (net als in je vorige vraag) de “armen” (r) van de krachten. Hier kom je achter door het op te meten in de uitwerkbijlage: je meet de horizontale afstand van S tot Fz en de horizontale afstand van S tot Fhand.
Je hoeft niet om te rekenen naar de “echte” afstand omdat het om de verhouding tussen de twee armen gaat.
(Zie ook de videolessen over “Momenten” onder het kopje “Krachten”)