Inloggen

Wiebelgenerator
havo 2024, 2e tijdvak, opgave 4




Vraag 17

Zie linkerafbeelding hieronder: De verdeling van knopen en buiken is hetzelfde als bij een eenzijdig gesloten buis met aan de onderkant een knoop en aan de bovenkant een buik.

Vraag 18

Zie grafiek hieronder. Te zien dat 17 trillingen 8,7 s duren. Voor de trillingstijd vinden we dan

T = 8,7 /17 = 0,5116

Voor de frequentie vinden we dan met f = 1/T

f = 1/0,5116 = 1,9540 Hz

In de grondtoon geldt voor staande golf met aan een kant een knoop en aan de andere kant een buik dat de lengte gelijk is aan ¼λ. Dit betekent dat de golflengte gelijk is aan 4·12,5 = 50 m. Voor de golfsnelheid vinden we dan met v = f·λ

v = 1,9540 · 50 = 97,701 m/s

Afgerond is dit een golfsnelheid van 98 m/s.

Vraag 19

Als de frequentie van de werveling door de de wind afneemt moet ook de frequentie van de paal zelf afnemen om te zorgen voor optimale resonantie. Lagere frequentie betekent dat de trillingstijd van de paal moet toenemen.
  • Voor een massa-veer systeem geldt T = 2π√m/C. Omdat de veerconstante (C) onder deelstreep staat moet de veerconstante voor een grotere trillingstijd worden verlaagd.

    Vraag 20

    De windsnelheid (v) en het frontaal oppervlak (A) staan in de vraag genoemd. De dichtheid van lucht (ρ) vinden we in Binas tabel 12 (1,293 kg·m-3). Als we de waarden invullen in de formule vinden we

    P = 0,30 · 1,293 · 1,2 · 123 = 804,349 W

    Als we aannemen dat het gegeven vermogen van 100 W ook bij deze windsnelheid is gemeten vinden we voor het rendement

    η = 100 / 804,349 = 0,1243

    Afgerond is dit een redement van 12% en dus lager dan dat van een reguliere windturbine (35%).












    wiebelgenerator-1



  • Vraag over "Wiebelgenerator"?


        Hou mijn naam verborgen

    Eerder gestelde vragen | Wiebelgenerator

    Op donderdag 6 feb 2025 om 10:08 is de volgende vraag gesteld
    Hoi ik kom bij vraag 18 uit op een trillingstijd van 1,95 want ik tel 18 trillingen in 9,2 seconden dus dan doe ik. T= 18/ 9,2 =1,957 en dan de frequentie is 1 : 1,95 = 0,511 hz alleen in de opdracht zeggen ze dat die bij mij de trillingstijd is dan dat de frequentie is. hoe kan dit?

    Op vrijdag 7 feb 2025 om 15:48 is de volgende reactie gegeven
    Als 18 trillingen 9,2 s duren dan duurt één trilling dus een achtiende deel van 9,2. De trillingstijd tujd is dan dus

    T = 9,2 / 18 = 0,51111 s

    De frequentie (f) bereken je dan met f =1/T. Je komt dan op

    f = 1 /0,51111 = 1,957 Hz

    (In het correctieoverzicht doen ze het in een keer van aflezen naar frequentie. Kan ook maar vind ik zelf verwarrender)


    Op zondag 14 jul 2024 om 12:29 is de volgende vraag gesteld
    Hi! Waarom reken je bij vraag 18 met de grondtoon en dus 1/4? De paal trilt toch in de eerste boventoon, dus waarom gebruik je niet 3/4?

    Op zondag 14 jul 2024 om 14:16 is de volgende reactie gegeven
    Alléén de eerste vraag (17) gaat over de 1e boventoon. Je gaat bij vraag 18 uit van de grafiek van de trilling. Hier zie je maar 1 trilling en 1 frequentie en dat is de grondtoon. (Had trouwens best wat duidelijker in de vraag mogen staan dus ik snap je verwarring)

    Op zondag 14 jul 2024 om 14:18 is de volgende reactie gegeven
    Ahah! Helder! Bedankt :)