In de opgave staat dat de veerconstante van de veer gelijk is aan 1,3 kN m-1. Dit betekent dat er een kracht van 1300 N nodig zou zijn om de veer één meter uit te rekken. Als de wieg van 12,2 kg aan de veer hangt wordt er een kracht uitgeoefend van 9,81·12,2 = 119,682 N (de zwaartekracht van de wieg). Dit is maar 119,682 / 1300 = 0,09206 keer de kracht die nodig is om hem één meter uit te rekken en de veer zal dus maar 0,09206 meter uitrekken
Tweede manier is met de formule. In BINAs tabel 35-A3 vinden we de formule voor de veerkracht
Fv = C·u
Als de wieg aan de veer hangt zijn de zwaartekracht en de veerkracht met elkaar in evenwicht en geldt Fv = Fz119,682 N. Voor de uitrekking (u) vinden we dan
u = Fv / C = 119,682 N / 1300 = 0,09206 m
Afgerond zal de veer dus 9,2 cm uitrekken.
Sorry
: (
Als je de complete uitleg bij de examenopgaven wil zien moet je eerst inloggen.