In de vraag staat dat de verwarmingslinten parallel zijn aangesloten. In een parallelschakeling zijn de spanningen over de componenten gelijk. Dit betekent dat de spanning over ieder lint 230 V is. De stroom die er door een lint loopt reken je uit met de wet van Ohm (U = I·R). Voor de stroom vind je dan
I = U/R = 230 / 44,1 = 5,2154 A
Voor het elektrisch vermogen geldt P = U·I. Voor het vermogen van een verwarmingslint vind je dan
P = 230 · 5,2154 = 1199,546 W
Het vermogen van het verwarmingselement (twee linten samen) is het dubbele hiervan. Dit is 2399,092 W. Afgerond op drie cijfers is dit 2,40 kW.
Sorry
: (
Als je de complete uitleg bij de examenopgaven wil zien moet je eerst inloggen.