Inloggen

Zeilen
vwo 2013, 1e tijdvak, opgave 5

























Vraag over "Zeilen"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Zeilen

Op donderdag 4 mei 2023 om 18:20 is de volgende vraag gesteld
Kunt u vraag 23 wat beter toelichten want ik snap niet hoe ze op die verhoudingsfactor komen?

Erik van Munster reageerde op donderdag 4 mei 2023 om 19:07
Die 1,3 en 3,4 die in het antwoordmodel staan zijn de opgemeten lengtes van de krachtvectoren Fwind en de F in de vaarrichting. Zo rekenen de gemeten lengte om naar de kracht.

Ze doen het hier op deze manier maar je kunt ook eerst uitrekenen hoeveel Newton 1 cm is en het op die manier uitrekenen.

(Het onderwerp momenten in deze opgave zit tegenwoordig niet meer in het examenprogramma vwo. Opg 24 hoef je dus voor vwo niet te kunnen als je dit jaar examen doet)


Op maandag 14 nov 2022 om 18:08 is de volgende vraag gesteld
Beste,
Hoe weet ik of het bootje met een constante snelheid vaart?

Erik van Munster reageerde op maandag 14 nov 2022 om 18:41
Er staat in de opgave dat Fwind=450 N. Er staat verder niet dat Fwind groter of kleiner wordt dus je mag er van uitgaan dat Fwind constant 450 N blijft. Dit betekent dat Fw ook constant is en aan de grafiek (figuur 6) kun je zien dat bij een bepaalde kracht één snelheid hoort die dus ook constant is.


Op maandag 18 apr 2022 om 13:09 is de volgende vraag gesteld
Ik had een vraag over vraag 22, hoe zie ik precies dat de richting van delta v dezelfde richting is als de zeilkracht?

Erik van Munster reageerde op maandag 18 apr 2022 om 17:02
Fwind is de kracht die de wind op het zeil uitoefent. Volgens de 3e wet van Newton (actie = reactie) betekent dit dat het zeil een precies even grootte maar tegengestelde kracht uitoefent op de lucht. Deze kracht zorgt voor de snelheidsverandering deltaV die de wind ondergaat (eigenlijk de luchtmoleculen). De richting van de snelheidsverandering is ook de richting van de versnelling. Resulterende kracht en versnelling zijn altijd in dezelfde richting. Vandaar


Op zondag 2 jun 2019 om 12:30 is de volgende vraag gesteld
Hallo,

Bij opgave 24 wordt er in de uitwerkingen gewerkt met bijvoorbeeld een rwind.
Ik zie alleen even niet in wat rwind is, en hoe je hier achter kan komen?
Alvast bedankt!

Met vriendelijke groeten,

M.

Erik van Munster reageerde op zondag 2 jun 2019 om 12:52
Het symbool “r” is hier steeds de “arm”. Dit is de afstand tussen de kracht en het draaipunt (S in de tekening op de uitwerkbijlage). rwind is dus de afstand tussen de lijn waarlangs Fwind wordt uitgeoefend en punt S. Dit kun je (net als alle andere r’s) opmeten in de tekening.

(Draaimomenten en armen horen in 2019 trouwens niet meer bij de vwo-examenstof. Bij de havo wél maar dan alleen voor situaties met maar twee momenten die elkaar in evenwicht houden. Een opgave zoals deze hoort dus niet meer bij de huidige examenstof)


Op dinsdag 9 mei 2017 om 18:46 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 23 snap ik niet zo goed waar de verhoudingsfactor vandaan komt, kunt u me dit misschien uitleggen?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 9 mei 2017 om 19:07
De verhoudingsfactor gebruik je om Fwind om te rekenen naar de component in de vaarrichting (Fvaarrichting). Als je de constructietekening gemaakt hebt kun je hierin de lengtes van Fwind en van Fvaarrichting opmeten. Je komt er dan achter dat Fvaarrichting iets minder dan 0,4 keer Fwind is. Dit is wat ze bedoelen met de verhouding. Met deze verhouding wordt vervolgens berekend dat Fvaarrichting 170 N is.

Hoeft trouwens niet perse op deze manier. Je kunt ook de schaal van de tekening bepalen aan de hand van de lengte van vector Fwind en daarna de lengte van Fvaarrichting omrekenen naar Newton. Als je dit op de goede manier doet krijg je ook alle punten.


Op zaterdag 22 apr 2017 om 16:30 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 23 wordt Fvaarrichting berekend, en vervolgens lezen ze bij deze grootte van kracht in de grafiek de snelheid af. Maar in de grafiek staat toch Fwrijving uitgezet tegen v, en niet Fvaarrichting tegen v?
Hoe kan dit?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 22 apr 2017 om 21:23
De zeilboot vaart met een constante snelheid. Dit betekent dat de totale kracht 0 N is. De kracht in de vaarrichting is dus hetzelfde (maar tegengesteld) als de wrijvingskracht. Als je de grootte van Fvaarrichting weet, weet je dus ook de grootte van Fwrijving en daarmee dus ook de snelheid.