Eerder gestelde vragen | Zekeringen in een auto
Op dinsdag 23 apr 2024 om 12:28 is de volgende vraag gesteld
Opgave B
Als de remlichten niet meer branden wordt de stroomsterkte in zekering 2 toch groter ipv kleiner?
En waarom zou stroomsterkte in zekering 1 kleiner worden?
Zou u een en ander kunnen uitleggen.
Het leek mij dat de antwoorden passen bij remlichten aan ipv uit
Vriendelijke groet,
Berry
Erik van Munster reageerde op dinsdag 23 apr 2024 om 15:44
De batterij, zekering1, zekering2 de schakelaar voor de achteruitverwarming en de achteruitverwarming vormen een gesloten stroomkring. De remlichten zitten niet in deze stroomkring en hebben hier niks mee te maken. De stroom door zekering 2 blijft dus gelijk of de remlichten nu aan zijn of niet.
De stroom vertakt zich na zekering 1. De stroom door zekering 1 is dus de optelsom van de stroom door zekeringen 2,3 en 4. Als er geen stroom meer door zekering 3 en de remlichten loopt is de optelsom van van de stromen ook kleiner en zal er minder stroom door zekering 1 lopen.
Op dinsdag 23 apr 2024 om 17:23 is de volgende reactie gegeven
Helemaal duidelijk!
Bedankt voor de snelle reactie en uitvoerige uitleg!
Natuurkundeuitgelegd is super!
Op zondag 30 okt 2022 om 02:20 is de volgende vraag gesteld
waarom staat op vraag 23 de strooksterkte in kwadraat ?
Erik van Munster reageerde op zondag 30 okt 2022 om 08:20
Dat kwadraat ontstaat als je P=U*I combineert met de wet van Ohm: als je in plaats van U in de formule I*R invult krijgt je
P = (I*R) * I
P = I^2 * R
Op maandag 22 mei 2017 om 10:34 is de volgende vraag gesteld
Bij opdracht 22 staat er dat de stroomsterkte door zekering 2 gelijk is gebleven terwijl zekering 2 parallel is geschakeld dan geldt er stroomsterkte totaal = I1+I2+I3 etc
en bij zekering 1 is de stroomsterkte juist kleiner geworden terwijl in een serieschakeling de stroomsterkte overal gelijk blijft, hoe is dit mogelijk?
Erik van Munster reageerde op maandag 22 mei 2017 om 13:02
Klopt, maar zekering 1 staat in serie met de vertakking De stroomsterkte de door zekering 1 is dus even groot als het gedeelte wat erna komt (de vertakking). Vandaar dat I1 = I2+I3+I4.
Op zondag 21 mei 2017 om 00:21 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,
Ik heb even een vraagje over vraag 21 en over vraag 22:
Vraag 21: Ik ging 21W delen door 4 Volts, omdat er 3 zekeringen in parallel stonden. Dus om het aantal volts bij zekering 3 te weten, moet ik 12 Volts delen door 3. Maar in het correctievoorschrift delen ze door 12 wat ik dus niet begrijp.
Vraag 22: Als er geen stroomsterkte meer door zekering 3 gaat, dan kan verdeelt de stroomsterkte zich toch over 2 en 4, want die staan in Parallel dus die krijgen dan toch juist meer stroom doordat zekering 3 geen stroom meer gebruikt? En de eerste zekering blijft toch gelijk want die staat in serie, dus die moet dan toch niet veranderen?
Ik zou het waarderen als deze vragen beantwoord kunnen worden!
Alvast bedankt,
Groetjes Kambez Farid
Erik van Munster reageerde op zondag 21 mei 2017 om 11:11
Dag Kambez Farid,
Wat je doet, de spanning delen, doe je alleen als componenten in serie staan. Dat is hier niet zo: audioversterker, remlichten en achteruitverwarming zitten ieder met een zekering parallel aangesloten op de accu. De spanning bij parallele takken is altijd gelijk en over alle drie de takken is de spanning dus 12 V. Omdat zekering 3 zelf vrijwel geen weerstand heeft staat alle spanning over de remlichten die ook weer parallel staan. Over elk remlicht is de spanning dus 12 V, vandaar dat ze met U=12 V rekenen.
Over vraag 22: De spanning over de audioversterker en de achteruitverwarming is nog steeds gewoon 12 V en de stroom door zekeringen 2 en 4 is dus hetzelfde gebleven. Alleen door zekering 3 loopt nu inderdaad geen stroom meer. De accu hoeft hierdoor minder stroom te leveren en de hoofdstroom wordt ook kleiner.
Op zondag 21 mei 2017 om 11:34 is de volgende reactie gegeven
Top!
Ik begrijp het nu weer.
Heel erg bedankt Erik!
Groetjes Kambez Farid