Inloggen

Zonnepanelen
vwo 2021, 1e tijdvak, opgave 4




Vraag 21

In de grafiek in figuur 3 kunnen we aflezen dat het maximale vermogen 1,35 W is bij U = 0,5 V. Met de formule voor elektrisch vermogen (P=U·I) vinden we dan voor de stroomsterkte

I = P/U = 1,35 / 0,5 = 2,7 A



zonnepanelen-1




Als je de complete uitleg wil zien moet je eerst inloggen.






Vraag over "Zonnepanelen"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Zonnepanelen

Op zondag 18 mei 2025 om 19:13 is de volgende vraag gesteld
Hoi! Hoe weet ik welke stroom ik moet gebruiken bij vraag 22? want er staat niet dat het om de maximale P gaat.

Erik van Munster reageerde op zondag 18 mei 2025 om 19:18
Er staat dat de spanning op 0,50V wordt gehouden. En eerder in de opgave stond dat bij deze spanning P maximaal is.


Op maandag 13 mei 2024 om 13:59 is de volgende vraag gesteld
Hallo, als je bij vraag 22 de tweede manier getekend hebt, moet je dan voor de stroomsterkte niet 3 x 2.7 A doen? Of geldt dan nog steeds 2 x 2.7 A?

Op maandag 13 mei 2024 om 15:13 is de volgende reactie gegeven
Nog steeds 2,7 A en totaal blijft 5,4 A. Maakt daarvoor niet uit of het drie keer 2 of 2 keer 3 panelen zijn.

Op donderdag 10 okt 2024 om 16:42 is de volgende reactie gegeven
Ik snap dit dus ook niet. Ik heb hem ook getekend zoals de tweede manier en snap niet goed waarom ik geen 3* 2,7 moet doen

Op donderdag 10 okt 2024 om 16:49 is de volgende reactie gegeven
Oh ik snap het al! Excuus, die was erg makkelijk :)


Op zondag 14 mei 2023 om 15:18 is de volgende vraag gesteld
Ik had bij 22 het totale vermogen berekent, dus 24 x 1,375 = 198 W en dat gedeeld door de totale spanning 36v. Kan dat ook?

Op zondag 14 mei 2023 om 16:01 is de volgende reactie gegeven
Belangrijkste is dat uit je antwoord blijkt dat je snapt hoe het zit met serie en parallel. Als dat duidelijk is is het goed. Als je alleen deze berekening hebt zonder verwijzing naar de schakeling of inzicht is het niet voldoende.