Tip 1: Lees het correctievoorschrift
Lees de tekst die boven elk
correctievoorschift staat eens een keertje goed door.
Dit zijn de 'spelregels' van het natuurkunde-examen.
Hier staat een hoop belangrijke informatie die goed is om te weten. Wist je dit bijvoorbeeld:
- Als je meerdere antwoorden geeft terwijl er één gevraagd wordt alleen het eerste nagekeken.
Het tweede antwoord moet door de corrector geheel genegeerd worden ZELFS als dit goed is.
Zorg er dus voor dat er geen onduidelijkheden staan en duidelijk is wat je antwoord is.
- Als het aantal significante cijfers van je eindantwoord niet klopt kan het zijn dat dit je punten kost.
Probeer hier altijd aan te denken en maak er een soort automatisme van om je eindantwoord goed af te ronden.
- Als bij je antwoord een gevraagde verklaring, uitleg, afleiding of berekening ontbreekt worden 0 scorepunten toegekend, ZELFS als het antwoord goed is.
Tip 2: Schrijf altijd de formule op
Meestal krijg je punten voor het gebruik van de goede formule.
Als je alleen je berekening opschrijft en hieruit blijkt dat je de goede formule gebruikt krijg je deze punten ook maar... er is een risico:
Als je de verkeerde getallen invult in de formule kan het zijn dat niet meer duidelijk is welke formule je nou gebruikt hebt.
Als je de formule wel opschrijft en daarna een fout maakt heb je tóch de punten voor het gebruik van de juiste formule binnen. Voorwaarde is wel dat je naast de formule zelf ook minstens één van de grootheden in de formule goed invult.
Altijd de formule opschrijven dus.
Tip 3: Nooit tussentijds afronden
Afronden van je antwoord doe je helemaal aan het eind. Tussentijds rond je getallen niet af.
Zorg er dan ook voor dat uit wat je opschrijft blijkt dat je niet tussentijds hebt afgerond.
Schrijf getallen voluit zodat er nooit twijfel kan ontstaan of je tussentijds hebt afgerond of niet.
Tip 4: Schrijf altijd eenheden op
Officieel hoef je alleen bij je eindantwoord de eenheid op te schrijven en niet tijdens de berekening.
Maar als je er een gewoonte van maakt om ook bij tussentijdse berekeningen bij elk getal een eenheid op te schrijven is de kans véél kleiner dat je dit bij je eindantwoord vergeet.
Bovendien maak je je berekening een stukje overzichtelijker omdat de betekenis van elk getal meteen duidelijk is.
Altijd een eenheid opschrijven dus, ook tijdens je berekening.
(NB: sommige grootheden hebben geen eenheid: Bijvoorbeeld brekingsindex of vergrotingsfactor)
Tip 5: Schrijf denkstappen op
Vaak krijg je punten als je 'inzicht hebt dat ...'. Dat wil zeggen dat uit je antwoord moet blijken dat je een bepaald iets hebt ingezien.
Soms blijkt dit uit je berekening maar lang niet altijd.
Schrijf de denkstappen die je maakt daarom ook altijd op.
Geen lange verhalen maar korte zinnetjes tussendoor. Zo maak je de kans veel groter dat deze punten ook gewoon scoort.
Tip 6: Denk aan de 2e corrector
Je examen wordt straks nagekeken door je eigen docent die jou, als het goed is, goed kent.
Je docent kent je handschrift en is gewend aan de manier waarop je bepaalde dingen opschrijft.
Je examen wordt daarna óók nagekeken door een andere natuurkundedocent van een andere school die jou NIET kent.
Zorg er dus voor dat je alles zo netjes en duidelijk opschrijft dat ook een docent die jou niet kent goed kan snappen wat je opschrijft.
Tip 7: Iets raars? Blijf koel.
Examenopgaven bedenken blijft mensenwerk.
Soms zitten er onduidelijkheden in, zit er stof die niet bij de examenstof hoort.
Heel soms staan er zelfs fouten in examenopgaven.
Na afloop wordt het examen landelijk geevalueerd en soms wordt besloten om sommige vragen niet mee te tellen, of de norm te veranderen.
Dit is iets wat landelijk gebeurt. Jij of je docent hebben hier verder geen invloed op.
Als je het vermoeden hebt dat dit tijdens jouw examen het geval is: Doe gewoon de opgave zo goed als je kunt.
Zelfs al is er inderdaad iets fout: Je kunt er op dat moment toch helemaal niks aan doen.
Hoofd koel houden en gewoon je best blijven doen dus.
Tip 8: Oefen ook complete examens
Drie uur lang achter elkaar aan natuurkunde zitten is echt een heel ander verhaal dan losse oefenopgaven maken.
Zorg ervoor dat je als voorbereiding minstens een keer oefent met een compleet examen.
Sommige scholen organiseren 'proefexamens' waarbij je aan de examenzaal kan wennen en leert hoe het voelt om echt een lange periode intensief met iets bezig te zijn.
Dit proefexamen is er niet voor niets. Als jouw school dit organiseert: Doe eraan mee. Doet jouw school dit niet doe het dan zelf:
- Print een compleet examen uit waarvan je geen van opgaven eerder hebt gedaan. Het moet echt nieuw voor je zijn.
- Zorg dat op je buro alleen dingen liggen die je ook bij het examen mag hebben. Voor de rest: Niks!
- Zorg dat je drie uur lang niet gestoord kan worden. Mobieltje uit. Huisgenoten vragen om je niet te storen.
- Zet een wekker of alarm en begin
- Schrijf altijd wat op. Ook vragen die je niet kunt zijn heel belangrijk. Je moet je straks ook kunnen redden in dit soort situaties.
- Als de wekker of het alarm afgaat stop je en ga je wat anders doen of rust je uit.
- Pas later, als je uitgerust bent, ga je je examen nakijken.
Tip 9: Zorg voor het goede materiaal
Kijk de week vóór je examen je spullen eens na. Vervang die gebarsten geodriehoek nu eindelijk eens! Heb je eigenlijk wel een goede passer?
Pak de avond van tevoren je tas en zorg ervoor dat je op de dag zelf geen zorgen meer hoeft te maken:
- Pen + reservepen (blauw of zwart is verplicht!)
- Potlood (voor schetsen en constructietekeningen)
- Puntenslijper en gum
- Geodriehoek (voor hoekmetingen en als lineaal)
- BINAS óf ScienceData (Mag niet in geschreven zijn!)
- Passer (hoort ook bij de toegestane hulpmiddelen)
- Rekenmachine (met volle batterijen*)
- Woordenboek NL. Waarschijnlijk niet nodig maar je zal maar nét niet weten wat dat ene woord betekent. Nederlands woordenboek is toegestaan dus gewoon lekker meenemen. (Mag net als in BINAS niet in geschreven zijn).
- Iets te eten (zoet=energie, geen krakerige papiertjes!)
- Flesje water
* Voor een gewone
rekenmachine (bv de Casio FX82MS): Controleer even thuis even.
Als de cijfers vaag worden moet je de batterij vervangen.
Hiervoor heb je een klein schroevendraaiertje nodig. Let op:
Een grafische rekenmachine mag je bij je natuurkunde-examen NIET gebruiken.
Tip 10: Maak je examen en... vergeet het
Na je examen wil je natuurlijk zo snel mogelijk je cijfer weten. Je gaat vast met klasgenoten antwoorden vergelijken en op internet kijken.
Het bepalen van je cijfer kan eigenlijk nog niet: de
normering (hoeveel punten is welk cijfer) bepaalt of je cijfer gunstig of minder gunstig uitvalt.
Dit wordt landelijk vastgesteld en wordt pas na de examenperiode bekend gemaakt.
Het is begrijpelijk om je hier druk over te maken maar er zijn veel belangrijker zaken: namelijk je andere examens die je moet doen.
Gebruik je energie verstandig.
terug naar boven