Inktwisser
VWO 2016, voorbeeld, opgave 5

Op woensdag 10 mei 2023 om 14:55 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,
Zou u vraag 22 kunnen verduidelijken? Ik begrijp niet waarom ze de formule voor fotonenergie combineren met de formule van de opdracht. Ik had deze namelijk apart berekend, wat resulteerde in een fout antwoord.

In eerste instantie had ik de fotonenergie berekend met de formule hc/λ. Vervolgens vulde ik het getal (3,6x10^-17 J) in de volgende formule in: L = √(n2²-n1²) x h/(E)x(8)x(m=9,109x10^-31). Dit resulteerde in een erg groot getal. Ik begrijp niet precies waar ik de fout maak.

Erik van Munster reageerde op woensdag 10 mei 2023 om 15:02
De constante van Planck (h) moet ook in het kwadraat. Zou daaraan kunnen liggen?

Op woensdag 10 mei 2023 om 15:18 is de volgende reactie gegeven
Dank u wel voor uw snelle reactie. Het lag inderdaad aan het kwadraat 😅

Op zaterdag 30 apr 2022 om 12:02 is de volgende vraag gesteld
Bij de vraag waar je de L moet berekenen, hoe weet je dat je de deeltjes-in-een-doos model moet gebruiken? Ik zou zeggen dat het gaat om een elektron in een atoom, dus dat je de andere moet gebruiken. Hiermee bedoel ik degene die Rechts naast die van waterstof staat in de binas, met me^4÷…… (dus niet die van waterstof zelf!) Waarom moet je die hier niet gebruiken, en moet je die uberhaupt wel eens gebruiken? Indoen dat wel het geval is, wanneer dan?
Groetjes

Erik van Munster reageerde op zaterdag 30 apr 2022 om 16:30
Dat je het deeltje-in-een-doos moet gebruiken kun je uit de vraag opmaken. Er staat in de vraag "...het molecuul kan daarom opgevat worden als een energieput met lengte L". Met energieput wordt een opgesloten deeltje bedoeld d.w.z. een deeltje-in-een-doosje.

De formule die rechts van de formule voor waterstof staat hoef je niet te kennen en heb je dus ook niet nodig. Het is eigenlijk dezelfde formule als die voor waterstof . De m, e, e0 en h zijn allemaal constanten en als je die zou invullen zou je ook op 13,6 eV/n^2 uitkomen.

Op dinsdag 27 mrt 2018 om 20:20 is de volgende vraag gesteld
Ik heb momenteel nog eeen ander probleem en dat is dat ik soms wel getallen met 8 decimalen op schrijf omdat ik weet dat ik niet mag afronden. Maar ik vraag mezelf dan af of dit nou echt nodig is kost veel tijd moeite en ik maak sneller fouten. Hoe doet u dat wat is hier de beste methode/tacktiek voor om hele getallen te behouden?

Erik van Munster reageerde op woensdag 28 mrt 2018 om 10:07
8 cijfers opschrijven is niet altijd nodig. Zorg er voor dat bij een niet-afgerond tussen-antwoord er altijd minstens één cijfer méér staat dat het aantal cijfers waarop je uiteindelijk moet afronden. Scheelt een hoop tijd er gedoe...

Op woensdag 28 mrt 2018 om 11:25 is de volgende reactie gegeven
Kom ik zo afgerond altijd op het exacte juiste antwoord uit op de signifincatie? Zo ja? wil ik u alvast bedanken!

Erik van Munster reageerde op woensdag 28 mrt 2018 om 15:36
Klopt, en (ook belangrijk): Door tussenantwoorden altijd met meer significante cijfers op te schrijven dan het eindantwoord laat je aan degene die het nakijkt zien dat je NIET tussentijds al hebt afgerond.

Op woensdag 28 mrt 2018 om 16:07 is de volgende reactie gegeven
Top dank u!