Met een echografie-transducer die in contact staat met de huid wordt een puls ultrageluid met een frequentie van 21 MHz uitgezonden. Het ultrageluid wordt binnen in het lichaam weerkaatst aan het schedeltje (bot) waardoor de puls na 7,0 μs terugontvangen wordt door de transducer. Bereken de diepte van het schedeltje gerekend vanaf de transducer. Je mag er hierbij vanuit gaan dat de geluidssnelheid van alle zachte weefsel in het lichaam gelijk is aan die van vruchtwater.
Voor de stap-voor-stap uitleg bij deze opgave moet je ingelogd zijn
In een MRI wordt met radiostraling de aanwezigheid van waterstofatomen binnen een magneetveld gemeten. De radiofrequentie is afgestemd op verschil in energie tussen een waterstofatoom dat naar het magneetveld is gericht (lage energietoestand) en een waterstofatoom tegengesteld aan het magneetveld (hoge energietoestand). De bijbehorende radiofrequentie hangt af van de sterkte van het magneetveld volgens onderstaande formule. Bereken hoe groot het energieverschil is tussen de hoge en de lage energietoestand bij B = 7,0 T.
fradio = 42,58·106 · B
fradio = radiofrequentie (Hz) B = magneetveldsterkte (T)