Op donderdag 10 aug 2023 om 16:35 is de volgende vraag gesteld
Waarom is de u bij de laatste vraag gelijk aan de amplitude? Je moet toch heel de uitwijking geven met de amplitude sinus en dan de pulsatie?
Zoals bij de tweede vraag het geval is?
Erik van Munster reageerde op donderdag 10 aug 2023 om 16:56
De formule u(t)=A*sin (2π*f*t) heb je alleen nodig als je wil weten wat de uitwijking is op een bepaald moment (zoals bij vraag 2). Maar hier is dat niet de vraag. We hoeven alleen C te weten zodat we de kracht kunnen uitrekenen in de uiterste stand. En dan is u gelijk aan de amplitude (staat gewoon in de vraag gegeven)
Op maandag 3 jul 2023 om 15:19 is de volgende vraag gesteld
Bij de derde vraag: "In de uiterste stand geldt dat de uitwijking (u) gelijk is aan de amplitude (n cm)."
Wat ik echter vreemd vind, is dat het nummer dat telkens gebruikt wordt voor de amplitude in de vraag wordt aangegeven als de frequentie.
Voorbeeld:
Vraag: "Een massa van 0,26 kg trilt harmonisch met een frequentie van 38 Hz en een amplitude van 3,0 cm."
Antwoord: "In de uiterste stand geldt dat de uitwijking (u) gelijk is aan de amplitude (38 cm)."
Volgens mij is de frequentie niet automatisch hetzelfde als de amplitude, hoezo dan dit antwoord?
Erik van Munster reageerde op maandag 3 jul 2023 om 16:26
Klopt, daar had eigenlijk moeten staan “…uitwijking gelijk is aan de amplitude (3,0 cm)”
Ga het verbeteren. De berekening klopt verder wel.
Op dinsdag 4 jul 2023 om 10:32 is de volgende reactie gegeven
Ah, okee, thx!
Op vrijdag 15 apr 2022 om 10:29 is de volgende vraag gesteld
"Een massa van 0,20 kg trilt harmonisch met een frequentie van 30 Hz en een amplitude van 3,0 cm. Bereken de resulterende kracht op de massa als de massa zich in de uiterste stand bevindt.
".
Waarom kan je soms gewoon F = ma nemen, en nu moet je de andere kant van de gelijkheid evalueren? Hoe weet je wanneer je wat kan?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 15 apr 2022 om 11:10
F=m*a gebruik je als je de versnelling (a) weet of juist wil uitrekenen. Hier is dat niet zo. Wat je wel weet zijn
u (de maximale uitwijking)
C (de veerconstant)
Als je gaat nadenken hoe je met C en u de kracht kunt uitrekenen kom je (hopelijk) vanzelf of F=C*u. Je kunt hier ook op komen door na te denken over wat veerconstante (C) eigenlijk betekent namelijk de kracht (F) per meter uitrekking.
Ashani Duarte vroeg op donderdag 17 mrt 2022 om 13:52
kan je ook de frequentie omreken in de trillingstijd en dan 2π delen door de trillingstijd, en dat keer de t?
Erik van Munster reageerde op donderdag 17 mrt 2022 om 14:49
Bedoel je bij de 2e opgave van deze quiz? Ja dat kan:
2π/T * t is hetzelfde als 2π*f*t
Daarna moet je de sinus nemen van wat je hebt uitgerekend en je komt dan als het goed is ook op hetzelfde antwoord.
Op zondag 25 apr 2021 om 22:17 is de volgende vraag gesteld
de vraag: Een massa van 2,3 g trilt harmonisch met een frequentie van 407 Hz en een amplitude van 2,3 cm. Op t = 0 s bevindt de massa zich in de evenwichtsstand en beweegt omhoog. Bereken op hoeveel cm boven de evenwichtsstand de massa zich bevindt op t = 0,50 ms.
uw antwoord: u = 0,023 · sin[2π · 407 · 5·10-4]
zodra ik deze bovenstaande berekening uitvoer kom ik uit op 0.0051 m. u komt uit op 0.0220253 m. Hoe komt dit? ik krijg alleen uw antwoord is ik het NIET vermenigvuldig met de amplitude (0,023).
Op zondag 25 apr 2021 om 22:48 is de volgende reactie gegeven
Goedenavond, sorry mijn GR stond niet op RAD maar op DEG. vandaar dat mijn antwoord anders was..
Erik van Munster reageerde op zondag 25 apr 2021 om 23:47
Mooi. Opgelost😊
Op maandag 19 apr 2021 om 13:21 is de volgende vraag gesteld
Een massa van 2,5 g trilt harmonisch met een frequentie van 428 Hz en een amplitude van 2,5 cm. Op t = 0 s bevindt de massa zich in de evenwichtsstand en beweegt omhoog. Bereken op hoeveel cm boven de evenwichtsstand de massa zich bevindt op t = 0,90 ms
In de oplossing staat dat t = 9·10-4 s. Waarom? Vanwaar komt dit als in de opgave staat dat t = 0,90 ms ?
Erik van Munster reageerde op maandag 19 apr 2021 om 14:43
In de opgave staat t=0,90 ms. Een milliseconde (ms) is gelijk aan 10^-3 s of 0,001 s (een duizendste seconde). 0,9 ms is dus 0,9*10^-3 en dit is hetzelfde als 9*10^-4 s. Vandaar.
Op zondag 7 mrt 2021 om 17:32 is de volgende vraag gesteld
Welke denkfout maak ik?
Het gewicht van 0,26 kg geeft een uitrekking van 10 cm.
De veerconstante is kracht die nodig is om de veer 100 cm uit te rekken.
In dit igeval is C dan (100 / 10 ) x 0,26 x 9.81 Nm.
Erik van Munster reageerde op zondag 7 mrt 2021 om 17:42
Geen denkfout alleen zou ik het iets anders opschrijven.
C = F / u
C = (0,26*9,81) / 0,1m
Je komt dan op een veerconstante van 26 N/m (25,506).