Een aantal niet-identieke lampjes en ampèremeters zitten volgens bovenstaande schakeling aangesloten op een batterij. Ampèremeter 1 meet een stroomsterkte van 352 mA. Ampèremeter 2 meet 65 mA. Bereken de stroomsterkte die ampèremeter 3 aangeeft.
Voor de stap-voor-stap uitleg bij deze opgave moet je ingelogd zijn
Vijf lampjes worden aangesloten op een spanningsbron (zie schema hierboven). De lampjes zijn niet indentiek. Hieronder staan de stroomsterktes door elk van de lampjes. Bereken de hoofdstroom van deze schakeling.
I1 = 0,30 A I2 = 0,20 A I3 = 0,30 A I4 = 0,320 A I5 = 0,480 A