Op zaterdag 5 aug 2023 om 18:21 is de volgende vraag gesteld
Hier ben ik in de war. De vraagstelling bij e stelt dat de richting van I in beide draden omgekeerd wordt tov vraagstelling a, b en c. Dan stoten de draden elkaar af?
Het antwoord gaat verder dan de vraagstelling want ook wordt aangeven de situatie als de stroom in een draad tegengesteld is aan de andere draad of lees is dat verkeerd? Bij tegengestelde richting van de stroom in de twee draden is dan de beide Fl in elkaars verlengde?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 5 aug 2023 om 18:29
Ah, ik snap de onduidelijkheid: Met “in tegengestelde richting” wordt hier bedoeld dat de stroom in de ene draad een andere richting heeft dan in de andere draad.
(En dus niet tegengesteld aan eerder in de vraag)
Op zaterdag 24 sep 2022 om 12:13 is de volgende vraag gesteld
Bij opgave e, als de stroom de andere kant oploopt, dan kruizen ze elkaar toch?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 24 sep 2022 om 14:58
Opgave e gaat over de stroom in de draden. In het plaatje links zijn dat de twee zwarte draden die het scherm in lopen. Ze lopen parallel en keuizen elkaar dus niet. Als de stroomrichting in één van de draden omkeert ook niet.
Op woensdag 15 jul 2020 om 20:48 is de volgende vraag gesteld
Erik dank je wel. Plaats van de draad snap ik. Maar de lijnen lopen er omheen en neem je dan de dichtstbijzijnde linker -of rechterlijn en dus -richting? Het lijkt zo willekeurig gekozen.
Erik van Munster reageerde op woensdag 15 jul 2020 om 22:52
Je moet juist niet kijken naar de lijnen die om de draad heen lopen maar naar de lijn (en dat is er maar één) die er dóórheen loopt.
Dit betekent dat alleen de veldlijn van de ándere draad invloed kan hebben. Dat is het verwarrende hier.
Op woensdag 15 jul 2020 om 10:09 is de volgende vraag gesteld
ad b) Als ik de richting van de veldlijnen TUSSEN de draden bepaal zijn die precies andersom (overkant van de cirkel van de veldlijn). Dus FL wordt dan ook precies andersom. Dan zouden ze juist afgestoten worden en bij e) aangetrokken.
Waarom moet ik in deze opdracht de richting gebruiken aan de buitenkant?
Erik van Munster reageerde op woensdag 15 jul 2020 om 10:24
Klopt, tussen de draden kopen de veldlijnen anders. Maar hier willen we weten wat de richting van de veldlijnen is precies op het punt waar de draad zit. Dit is namelijk het punt waar de lorentzkracht werkt.
Op zondag 5 jul 2020 om 16:21 is de volgende vraag gesteld
waarom zijn de magnetische veldlijnen in het rechter stroomdraad naar boven gericht? daar kom je toch niet op uit als je de rechter handregel gebruikt?
Erik van Munster reageerde op zondag 5 jul 2020 om 16:55
Toch wel: In beide stroomdraden in de tekening loopt de stroom naar je toe (het papier uit). Als je de duim van je rechterhand naar jezelf toe laat wijzen, wijzen je gebogen vinger tegen de klok in. Aan de rechterkant naar boven en aan de linkerkant naar beneden. Dit geldt voor beide draden.
Op donderdag 12 dec 2019 om 11:08 is de volgende vraag gesteld
Ik snap niet hoe je bij vraag B de linkerhandregel moet toepassen. De stroomrichting snap ik, maar ik snap niet hoe je het magneetveld B moet opvangen met je handpalm. Het ligt er dan toch maar net aan hoe je je hand om te bepalen waar de Fl heen gaat omdat het magneetveld als het ware een rondje is? Want als je je hand tegen de klok indraait blijf je altijd het magneetveld opvangen met je handpalm, maar verandert wel de Fl.
Mvg
Erik van Munster reageerde op donderdag 12 dec 2019 om 13:33
Het magneetveld in zijn geheel is inderdaad een rondje. Maar het gaat hier alleen om het magneetveld op de plaats waar de draad loopt. Als je de cirkel (die om de ándere draad heen loopt) volgt en kijkt waar deze heen wijst bij de draad zie je dat B naar beneden wijst.
Op dinsdag 9 apr 2019 om 17:41 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
Na meerdere malen de som van vraag C te hebben berekend kom ik uit op : 0,000001974 afgerond 2,0 *10^-6 en niet -7. Kunt u dit even voor mij nachecken. Waar gaat het mis bij mij?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 9 apr 2019 om 18:47
1,25664·10-6·1 A / 2π·1 m = 2·10-7 T
De factoren "1" kun je negeren want vermenigvuldigen of delen door maakt niks uit dus dit wordt
1,25664·10^-6 / (2π) = 2·10^-7
Ik kom toch echt op 2·10^-7. Misschien gaat er iets met de factor (2π)?
Op woensdag 23 mei 2018 om 10:42 is de volgende vraag gesteld
Uitwerking van b zou een stuk duidelijker worden als de veldijnen van beide draden niet dezelfde kleur waren. Dan zou het rechter plaatje ook aangepast moeten worden en dat zou verduidelijken wat u met "Een draad ondervindt geen lorentzkracht van het door hem zelf opgewekte veld" bedoelt. U vertelt namelijk wat er *niet* gebeurt, maar wat gebeurt dan *wel*?
Erik van Munster reageerde op woensdag 23 mei 2018 om 11:12
Goed idee om met kleur onderscheid te maken tussen de draden en de bijbehorende velden. Ik ga erover nadenken hoe ik dit kan aanpassen.
Op maandag 1 jan 2018 om 20:46 is de volgende vraag gesteld
Hoe weet je wat de richting is van de lorentzkracht en van het magnetisch veld bij opgave b? Want je weet toch alleen maar de stroomrichting. Dan heb je 2 onbekenden, toch?
Erik van Munster reageerde op maandag 1 jan 2018 om 21:33
Als je de stroomrichting en B niet weet kun je inderdaad Florentz niet bepalen. Maar... je weet de richting van de magnetische veldlijnen uit vraag a. Als je de richting van de veldlijnen opgewekt door de de linkerdraad bekijkt zie je dat deze op de plek van de rechterdraad naar beneden wijzen. Bij de rechterdraad wijst B dus naar beneden.
Bij de linkerdraad kijk je naar de veldlijnen opgewekt door de rechterdraad en vind je dat het magneetveld daar naar boven wijst. Zo weet je B dus...
Op woensdag 10 feb 2016 om 12:03 is de volgende vraag gesteld
waarom trekken ze elkaar aan? Ze lijken elkaar met de lorentzkrachten toch juist weg te duwen?
Erik van Munster reageerde op woensdag 10 feb 2016 om 12:55
Dag Marianne
Dat zou je misschien denken omdat de krachten tegen elkaar in wijzen. Maar bij krachten die op een voorwerp werken moet je alleen kijken naar de kracht die op het voorwerp zelf werkt.
Als je bijvoorbeeld naar de linkerdraad kijkt:
Hierop werkt maar 1 kracht en die duwt de draad naar rechts. De resulterende kracht op deze draad is dus ook naar rechts en de draad zal dus naar rechts bewegen. Voor de andere draad geldt het omgekeerde.
Pas als de draden elkaar daadwerkelijk aan gaan raken duwen ze tegen elkaar en moet je hier rekening mee houden maar zolang dit niet zo is worden ze naar elkaar toe geduwd.
Op donderdag 7 jan 2016 om 18:07 is de volgende vraag gesteld
Hoe kan je precies de richting van het magnetisch veld bepaling bij opgave b?
Erik van Munster reageerde op donderdag 7 jan 2016 om 18:28
Als de stroomrichting en de richting van de Lorentzkracht weet kun je de linkerhandregel gebruiken. Als je (voor de linkerdraad) je linkerhand zo houdt dat de gestrekte vingers naar je toe wijzen en je duim naar rechts dan wijst je handpalm naar boven. Het magneetveld wijst altijd zodanig dat de de veldlijnen opvangt in je handpalm en zo weet je dat ze (voor de linkerdraad) naar beneden zijn gericht.
Voor een duidelijkere uitleg (ook met een tekeningetje van hoe je je hand moet houden) zie de opgave en uitwerking "linkerhand" in het hoofdstuk over "Elektromagnetisme"