Als F constant is en F en s in dezelfde richting wijzen geldt voor de arbeid die door een kracht verricht wordt
W = F·s
Met W de arbeid in Joule (J), F de kracht in newton (N) en s de afgelegde weg in meters (s). Invullen van F = 50 N en s = 120 m geeft
W = 50 · 120 = 6000 J
Afgerond op twee cijfers is dit 6,0·103 J.
Opgave b
Invullen van F = 100 N en s = 3800 m geeft
W = 100 · 3800 = 380000 J
Afgerond op twee cijfers is dit 3,8·105 J.
Opgave c
De kast komt niet van zijn plaats. Dit betekent dat de verplaatsing (s) gelijk is aan 0 m. De door de kracht verrichte arbeid is dus ook gelijk aan nul
W = 450 · 0 = 0 J
Opgave d
Om de arbeid te kunnen berekenen moeten we de verplaatsing weten. De gemiddelde snelheid tijdens het duwen is 1,2 ms-1. In 15 s is de auto dus 15·1,2 = 18 m verplaatst. De arbeid kunnen we uitrekenen door F = 200 N en s = 18 m in te vullen
W = 200 · 18 = 3600 J
Afgerond op twee cijfers is dit 3,6·103 J.
Vraag over opgave "Arbeid"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Arbeid
Op zaterdag 6 jan 2018 om 20:52 is de volgende vraag gesteld Hallo,
ik heb een vraag over opgave b.
Waarom moet je hier afronden op twee cijfers?
groetjes Mika
Erik van Munster reageerde op zaterdag 6 jan 2018 om 21:13 Je rondt altijd af op het kleinst aantal significante cijfers van de gegevens zoals die in de opgave staan. Bij deze opgave zijn dit:
100 N (3 cijfers)
3,8 km (2 cijfers)
Je moet hier het eindantwoord dus afronden op 2 cijfers. Vandaar 3,8*10^5 J
Op zaterdag 6 jan 2018 om 21:34 is de volgende reactie gegeven Okay bedankt!