Beide gewichten hangen stil. Dit betekent dat voor beide gewichten de resulterende kracht nul is. Voor het linker gewicht moet de grootte van de spankracht gelijk zijn aan de grootte van de zwaartekracht op het linker gewicht. Voor het rechter gewicht moet de grootte van de spankracht gelijk zijn aan de grootte van de zwaartekracht op het rechter gewicht. Aangezien de massa's en dus ook de zwaartekracht op het linker en rechter gewicht niet gelijk zijn is ook de spankracht links en rechts niet gelijk.
Zodra het touw vrij kan bewegen is de spankracht gelijk in het hele touw en zullen de massa's gaan bewegen. Voor beide massa's geldt dat de grootte van de versnelling hetzelfde is. Het teken (plus of min) van de versnelling juist niet want de linker massa zal naar beneden versnellen en de rechtermassa naar boven. Voor beide massa's geldt ook de tweede wet van Newton. We kunnen dus schrijven
en a). Uit de onderste vergelijking volgt
. Afgerond 4,0 ms
.
Eerder gestelde vragen | Atwood
Sabrin Eldin vroeg op maandag 30 aug 2021 om 18:25
Hallo meneer, bij vraag b snap ik niet hoe je van '' mr ·-a = mr·g - Fspan '' naar '' Fspan = mr·g + mr·a'' gaat. Als ik dit doe krijg ik Fspan = -mr*a + mr*-g.
Erik van Munster reageerde op maandag 30 aug 2021 om 18:41
Er staat links mr*-a. Als je dat naar rechts van het =teken haalt verdwijnt het minnetje dat voor de a staat. Dus stap voor stap wordt het dan
mr*-a = mr*g - Fspan
Als je -Fspan naar links haalt wordt dit
mr*-a + Fspan = mr*g
en dan mr*-a naar rechts
Fspan = mr*g + mr*a
Erik van Munster reageerde op maandag 30 aug 2021 om 18:41
(Is best een lastige opgave dit. Niet alleen vanwege de minnetjes)
Arien Jaburg vroeg op woensdag 16 jan 2019 om 16:14
Ik heb vraag b gewoon zo gedaan:
Fz is op de Maas van 2,4 kg groter dan op die van 1 kg. Als de spankracht wegvalt moet je Fz 1,0 kg van Fz 2,4 kg aftrekken. Je hebt dan Fres. De totale massa is 3,4. Fres delen door 3,4 geeft 4,0394. Is dit een goede benadering van de vraag?
Erik van Munster reageerde op woensdag 16 jan 2019 om 16:23
Je komt hiermee inderdaad wel op het goede eindantwoord maar de 2e wet van Newton geldt niet voor de twee massa's "samen". F=m*a geldt voor beide massa's afzonderlijk. Het enige wat gelijk is voor de 2 massa's is de grootte van de versnelling (door het touw waarmee ze met elkaar zijn verbonden).
Op zaterdag 3 mrt 2018 om 12:12 is de volgende vraag gesteld
Kunt u mij laten zien hoe je van
ml · a = ml·g - (mr·g + mr·a)
naar
(ml+mr) · a = (ml-mr) · g
gaat?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 3 mrt 2018 om 14:56
Dit kan op verschillende manieren. Ik zal het stapje voor stapje laten zien:
ml*a = ml*g - (mr*g + mr*a)
Eerst werk je de haakjes rechts weg. Er komt dan een minteken voor mr*a te staan.
ml*a = ml*g - mr*g - mr*a
De term -mr*a halen we van recht naar links en wordt dan +mr*a
ml*a + mr*a = ml*g - mr*g
Vervolgens haal je aan de linkerkant a buiten haakjes en aan de rechterkant g:
(ml+mr)*a = (ml-mr)*g