Beveiliging

Opgave a

Kortsluiting betekent dat de stroom die normaal door een apparaat heen loopt ineens direct loopt. Omdat de stroom nu geen weerstand meer ondervindt wordt de stroomsterkte in een keer heel groot waardoor de zekering waarmee de ruimte beveiligd is zal doorbranden en de stroom zal blokkeren. Als dit niet zou gebeuren zou er opeens heel veel vermogen gebruikt worden wat ergens in de stroomkring leidt tot grote warmteontwikkeling waardoor brand kan ontstaan.

Opgave b

Als je een schok krijgt door met je hand de metalen buitenkant van een voorwerp aan te raken dat onder spanning staat betekent dit dat er stroom via je hand en arm door je heen stroomt naar de grond (de aarde). De aardlekschakelaar vergelijkt de weggaande en de terugstromende stroom. Op het moment dat deze stromen niet gelijk zijn aan elkaar betekent dit dat er stroom weglekt naar de aarde en schakelt de aardlekschakelaar direct de stroom uit. Meestal krijg je, als je een schok krijgt, ook een schrikreactie waardoor je meteen loslaat. De schrikreactie en de aardlekschakelaar zorgen er samen voor dat een eventuele schok gelukkig meestal heel kort is. Als dit niet zou gebeuren zou je uiteindelijk zelfs aan de schok kunnen overlijden.

Opgave c

Als je teveel apparaten aanzet die veel vermogen verbruiken dan loopt er teveel stroom en kunnen draden oververhit raken. Een zekering zorgt ervoor dat als er teveel stroom loopt deze geblokkeerd wordt. Apparaten die wamrte genereren, zoals waterkoker, kachels, fohns, ovens en broodroosters zijn meestal apparaten die veel vermogen vragen en vaak niet tegelijkertijd aan kunnen staan.

Vraag over opgave "Beveiliging"?

Typ hier je vraag

Stel je vraag     Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers