Invullen van m = 2200 kg, v = 5,5556 ms-1 (=20 km/h) en r = 20 m geeft Fmpz = 2200·5,55562 / 20 = 3395,06 N. Afgerond 3,4·103 N.
Opgave b
Op de auto werkt voorwaartse kracht, wrijvingskracht (rol en luchtwrijving) en normaalkracht. De enige kracht die een component in de richting van het midden kan hebben is de schuifwrijvingskracht.
Opgave c
Zie afbeelding hieronder. De resulterende kracht is gelijk aan de middelpuntzoekende kracht. Deze is 3395,06 N gericht naar het midden. In de rijrichting is het totaal van de krachten 0 N aangezien de auto met constante snelheid de bocht maakt. De voorwaartse kracht van de motor wordt dus gecompenseerd door de wrijvingskracht. De wrijvingskracht bestaat dus uit twee componenten: Eentje loodrecht op de bewegingsrichting gericht naar het midden (Fwrijving,x) en een component in de rijrichting (Fwrijving,y). Met de stelling van Phytagoras kan de grootte berekend worden.
Fwr = √(3395,062 + 8502) = 3499,85 N. Afgerond is dit 3,5·103N.
Om de richting van de kracht te bepalen berekenen we hoek α (zie afbeelding hieronder). Vanuit hoek α gezien is Fwrijving,y de overstaande zijde en Fwrijving,x de aanliggende zijde. Dit betekent dat we α kunnen berekenen met de tangens.